Hell’s Balls @ Xpo, Kortrijk.
De eerste editie van Hell’s Balls is, als je het ons vraagt, een schot in de roos. Een knappe organisatie, de mooie affiche, een goede locatie (enkel wat weinig toiletten), én een heel gezellige sfeer zorgen voor een ideale voedingsbodem voor meer van dat. Opvallend zijn de foodtrucks die voor een smakelijke hap zorgen met een aanbod dat je niet altijd terug vind op een festival. Slechts een podium, en doet is best wel goed te noemen, want eigenlijk is dat voldoende om een festival te bouwen. Maar natuurlijk valt of staat elk festival met zijn toeschouwers. We denken dat Hell’s Balls voor de eerste editie het vereiste aantal bezoekers heeft gehaald en dat we dus mogen uitkijken wat de toekomst voor Hell’s Balls voor ons in petto heeft.
*Foto’s: Temptations For The Weak*
Een festival openen is meestal een erg ondankbare taak, Maar ik denk niet dat de heren van Temptations For The Weak het ook zo bekeken hebben. In ieder geval merkten we daar omtrent niets van op het podium. Temptations For The Weak werd in 2010 opgestart en heeft al een aardige muzikale reis gemaakt. De band ging van start als een puur metalcore gezelschap, maar tegenwoordig vindt je nog wel de invloeden vand e genre terug in hun sound, maar is de sound uitgegroeid met o.a. invloeden uit melodic en modern metal. De heren zorgen voor een heel dynamische set die enthousiast en vol overgave wordt neer gezet. Dat enthousiasme slaat ook moeiteloos over op het reeds talrijk aanwezige publiek dat vlot mee gaat in dit muzikale verhaal. Een circle of mosh pit kan er op dit vroege uur nog niet vanaf, maar stevig headbangen wordt al meteen opgepikt. Dit gezelschap groeit nog met elke nieuw concert dat we van de heren zien. We beschouwden Temptations For The Weak reeds lang als een “goede band”, maar we moeten onze mening stilletjes gaan wijzigen tot een “topper in zijn (sub)genre”. Wij zijn vooral fan van de mooie melodieuze gitaarsolo’s en de wisselwerking tussen de grunts en de cleane melodieuze zang.
*Foto’s: Bark*
Nadat we iet of wat kunnen bekomen van zo’n sterke opener, worden we al meteen met onze neus op de feiten gedrukt dat we in België wel heel wat muzikaal talent hebben. Neem nu Bark, een band uit de buurt van Antwerpen, die in 2014 werd opgestart. Ook dit gezelschap hebben we al een aantal keer op een of ander podium aan het werk gezien en telkens waren we danig onder de indruk van de energieke kracht die dit gezelschap uitstraalt. We zien dan ook hoe ook Bark heel vlot het publiek weet te boeien en te overtuigen middels hun stevige mix van groove metal en death ‘n’ roll. Vooral frontman Ron Bruynseels weet als geeneen hoe het publiek rond zijn vingers te winden en te motiveren om mee te stappen in het muzikale geweld dat de band hier enorm gedreven aan de man / vrouw weet te brengen. We zijn pas twee bands ver en we weten al bijna niet meer wat ons precies overkomt: een publiek dat heel vlot en enthousiast mee gaat in de verhalen van Belgische bands.
*Foto’s: Carnation*
En nog is het niet over wat betreft Belgische bands, want ook Carnation is een band die vlot het publiek weet in te palmen. Deze death metal band ging in 2013 van start en is ondertussen uitgegroeid tot een graag geziene gast op tal van podia, zowel in onze eigen landje als in het buitenland. We zien een band aan het werk die het strak houdt, met wat nieuwe accenten. Zo zien we een metalen microfoonstandaard op het podium met een grote “C” in verwerkt, zien we het nieuwe logo op hun backdrop komen, én lijkt vocalist Simon Duson zijn rode corpsepaint af te zweren en te kiezen voor wit met wat zwarte accenten. En alhoewel we Carnation enorm hoog inschatten, hebben we de indruk dat het hier niet zo goed is. Liggen onze verwachtingen te hoog na de twee openers of is er toch iets meer aan de hand? We hebben immers de indruk dat de sound niet zo goed klinkt als we normaal gewend zijn bij dit gezelschap, terwijl ook de vocalen iets te diep in zware sound gemixt zitten. Daar tegenover zien we wel een publiek dat volledig meegaat in de muzikale verhaal, dus misschien hebben we het écht wel helemaal mis.
*Foto’s: Suicidal Angels*
Het is bijna spijtig dat we door de Belgische bands heen zijn op deze editie van Hell’s Balls, want met het Griekse Suicidal Angels staat een eerste niet Belgische band op het podium. Dit thrash ensemble werd in 2001 opgestart en is een graag geziene band bij Alcatraz daar ook dit gezelschap er steeds voor gaat en enorm gedreven en energiek uit de hoek weet te komen. Het viertal zorgt voor ene vrij aanstekelijke sound die ervoor zorgt dat hun versie van thrash metal toch wel vlot toegankelijk is voor velen. Dat neemt niet weg dat Suicidal Angels ook heel wat agressie uitstraalt en zodoende ook de aanwezigen weet te overtuigen. Toch hebben we de indruk dat men wat op veilig speelt, want alhoewel we Suicidal Angels zeker niet slecht vinden, hebben we toch de indruk dat er beter te vinden is op de markt. Vooral ook omdat het viertal heel trouw blijft kleuren tussen de afgebakende lijntjes van het (sub)genre. We noteren alvast: “goed, maar zeker niet echt origineel”, al gaat ook nu het publiek vlot mee in het verhaal van deze Grieken.
*Foto’s: Asphyx*
Het Nederlandse Asphyx staat voor death metal waarin je ook wel wat doom in ontdekt, al ligt de nadruk toch overduidelijk op het eerste gegeven. De band werd in 1987 opgestart, maar kende ook al een aantal periodes van inactiviteit en veranderde zelfs een tijdje van naam. Sinds 2007 draait de band weer op volle toeren. Wij, van MUSIKA, zagend e band dan ook reeds een aantal keren ana het werk zodat de heren ons niet echt meer weten te verrassen. Asphyx is ook de eerste band die voor wat extra’s zorgt op gebied van visualiteit daar men wat pyro’s heeft meegebracht die dus voor wat extra visueel spektakel zorgen. Toch hebben we dit keer de indruk dat Asphyx niet echt onder stoom komt, maar ook dit keer kan het enkel aan ons liggen, want het publiek smult wel degelijk van de energiek en gedreven neer gezette brutale death metal nummers. Toch vinden we het een groot nadeel dat tussen zowat elk nummer Martin van Drunen zich een tijdlang tot het publiek went met een of ander verhaal. Het haalt, als je ons vraagt, de “swung” en de “vaart” uit de show.
*Foto’s: Sonata Arctica*
Voor liefhebbers van melodic power metal kent het Finse Sonata Arctica geen geheimen meer. De band werd in 1996 opgestart en kan bogen op een indrukwekkende muzikale carrière. We krijgen dan ook een vakkundig gebrachte set van de heren die het publiek moeiteloos weet te overtuigen. En zonder dat men aan kracht inboet krijgen wij, van MUSIKA, de indruk dat het geluid meer “ademruimte” krijgt. We zijn dan ook enorm onder de indruk van de gebrachte nummers van Sonata Arctica die hier bewijzen dat ook dit (sub)genre heel indrukwekkend en krachtig kan neer gezet worden. Wij vallen voor de mooie composities, het geweldige gitaarspel en, vooral voor de indrukwekkende stem van Tony Kakko die ook moeiteloos het publiek naar zijn hand weet te zetten. Dit was genieten geblazen en dat een volle set lang die dan nog eens op grandioze wijze werd afgesloten met een magistrale versie van ‘Vodka’ waar het publiek heel dankbaar mag op mee brullen. Gewoonweg een kippenvel moment!
*Foto’s: Peter Pan Speedrock*
Als je het ons op de man af vraagt, vinden we dat Peter Pan Speedrock hier toch een beetje een vreemde eend de bijt is. En dan hebben we het uiteraard niet over de muzikale verdiensten van dit Nederlandse trio maar wel over de planning op deze affiche. Het drietal zat “gekneld” tussen twee bands die het vooral zoeken en vinden met power metal, terwijl dit trio bekend staat voor zijn hard rock ‘n’ roll sound met een punk inslag. En daar is natuurlijk helemaal niets mee, maar je ziet toch dat, na een aantal nummers, een deel van het publiek de zaal verlaat en de innerlijke mens gaat aansterken. Niet dat Peter Pan Speedrock hier een minderwaardige set heeft afgeleverd, helemaal niet zelfs, maar echt ons ding is het ook niet. Het is immers verdomd moeilijk om origineel voor de dag te komen in dit (sub)genre, al his dat natuurlijk geen belet om overstag te gaan voor de sound van Peter Pan Speedrock die hun songs hier, zoals we wel gewoon zijn van het gezelschap, heel gedreven, energiek en enthousiast op de menigte los laat. Of de band hier nieuwe zieltjes zal gewonnen hebben, laten we even in het midden.
*Foto’s: Stratovarius*
Terug naar power metal dan voor het eveneens Finse Stratovarius. Deze band werd in 1985 opgestart en zorgde ondertussen ook reeds voor een rijk gevulde discografie zodat een setlist samen stellen met enkel schitterende composities voor deze band geen enkel probleem is. Als we mogen vergelijken met Sonata Arctica – bands vergelijken vinden we eigenlijk niet eerlijk – dan beschikt Stratovarius in de persoon van vocalist Timo Koitpelto over een heel goede vocalist die het, naar onze smaak dan toch, moet afleggen tegenover Tony Kakko die, opnieuw naar onze smaak, ook meer charisma uitstraalt op een podium. Daar tegenover staat dan weer dat we het gitaarwerk (tegenwoordig Matias Kupiainen) bij Stratovarius hoger inschatten. Maar goed, dat zijn onze bedenkingen die eigenlijk zo goed als niets ter zake doen, want ook Stratovarius zorgde voor een goed opgebouwde set met heel knappe composities, schitterend gitaarwerk en knappe vocalen. Voeg dar dan als extra nog de knappe interactie tussen gitaar en keyboards aan toe en je verkrijgt een heel knappe sound die de band op fantastische wijze over te dragen op het publiek. Een heerlijke set waar kracht en melodie elkaar mooi de hand reiken.
*Foto’s: Carcass*
Het Britse Carcass is een van de grondleggers van wat we tegenwoordig grindcore noemen. De band werd in 1986 opgestart, maar hield het na tien jaar voor bekeken in 1996. Nog eens een goede tien jaren, in 2007 meer bepaald, besluiten vocalist / bassist Jeff Walker en gitarist / backing vocalist Bill Steer de band nieuw leven in te blazen. Men opteert voor een iets andere muzikale richting want tegenwoordig klinkt Carcass eerder als een melodic death metal dan als een grindcore band en als we heel eerlijk zijn hebben wij, van MUSIKA, daar absoluut geen moeite mee. Sinds die heropstart hebben we de band al hel wat keertjes live aan het werk gezien en gehoord. Steeds opnieuw valt ons de speelvreugde op, maar ook de enorme kracht die de sound van de band bepaald. Voeg daaraan toe dat Carcass precies lijkt te weten dat ook melodie een belangrijk wapen is om hun muzikale boodschap te verkondigen en je verkrijgt een heel stevige set waar kracht en melodie perfect samen smelten in brutaal en best wel agressief geweld. Carcass ontgoochelde ons de laatste tijd nog nooit en zorgde ook nu weer dat we stevig headbangend onder de indruk waren van hun sound en podium présence.
*Foto’s: Epica*
Het Nederlandse collectief Epica weet reeds lang hoe een festival op indrukwekkende manier af te sluiten. Deze band ging in 2003 van start en drukt zich muzikaal uit aan de hand van symphonic metal. Met elk nieuw album weet de band zich bijna te overtreffen en hun shows zijn niet enkel muzikaal enorm hoogstaand, maar ook visueel. Het gebruik van pyro’s, maar ook de soms best wel mooie podium aankleding zorgt daar telkens opnieuw voor. Dat was ook nu weer het geval, zodat Epica deze eerste editie van Hell’s Balls op heel spectaculaire, maar best wel verbluffende wijze, weet af te sluiten. De enige die we toch wel misten op het podium was grondlegger Mark Jansen die er wegens omstandigheden niet bij kon zijn. Toch zorgden de overige bandleden er voor dat dat gemis tot een minimum beperkt werd, want Epica is echt wel een enorm geoliede machine die elke metalfan moeiteloos weet te overtuigen, althans zo lijkt het ons wel. Hun stevige sound herbergt zowel kracht, als melodie, als aanstekelijkheid. Als je kan uitpakken met zo’n topper als afsluiter krijg je een heel pak blije gezichten te zien die dan ‘s avonds, nog extra nagenietend, de nacht intrekken.
Wij, van MUSIKA, hebben alvast enorm genoten van deze eerste editie van Hell’s Balls en kijken al stilletjes aan uit naar wat de organisatoren ons volgend jaar zullen bieden.
Met dank aan Bernard Deriemaker en het complete team achter Hell’s Balls.
Tekst en foto’s: Luc Ghyselen.