HellFest, Festivalterrein, Clisson, Frankrijk.
Dag twee van de vijftiende editie van HellFest kondigde zich aan als een echte dag in de hel. Reden hiertoe was de weersverwachting die temperaturen tot eenenveertig graden celsius voorspelde. Anders gesteld: het zou zo’n zeven graden warmer worden dan op dag één. Dan weet je natuurlijk automatisch dat het een kwestie wordt van tijdig voldoende vocht in te nemen en je te beschermen tegen een verschroeiende zon, wat geen sinecure is als je voor het hoofdpodium staat. Evenmin evident is het feit dat in de iets kleinere en meer afgesloten “valley” tent de temperatuur ook aardig oploopt en het zweet gewoon uit al je poriën zeikt. Dus ja, je vraagt je af hoe je er toch nog zal in slagen al de groepen te zien die je wil zien zonder veel fysieke schade op te lopen. Om jullie een idee te geven, achteraf vernamen we dat er de eerste dag zo’n vierhonderd medische interventies genoteerd werden, terwijl er op dag twee zevenhonderd à achthonderd interventies zouden plaatsvinden. Er werd door de organisatie ook extra steun uit alle hoeken van de regio opgeroepen. Ik kan je nu al verklappen dat het uiteindelijk mits extra inspanning van iedereen toch allemaal goed gekomen is.
De eerste groepen die traden nog op onder een aangename zon. Op het hoofdpodium opende Titan, in de “valley” was het Point Mort die de debatten opende. En de “altar” stage was voorbehouden voor Karras. De veteranen van het Franse Titan hebben na een pauze van 30 jaar in 2017 de draad terug opgenomen. Uit hun versterkers klinken nog altijd traditionele heavy metal, zoals op hun debuutalbum uit 1986. Met nieuw werk van een vorig jaar verschenen album mochten ze op de mainstage de tweede dag openen. Strak gespeelde nummers, die door een gedreven band het opgekomen publiek voor een eerste keer het vuur aan de schenen mocht leggen. Het eveneens Franse Karras zorgde voor een stevige set met een sound waarin je naast vooral death metal ook thrash metal in ontdekt en zelfs wat grindcore. Het gezelschap kan ons maar matig boeien zodat we al vlug een kijkje nemen bij het ook al Franse Point Mort. Dit post hardcore gezelschap zorgt voor een heel energieke en gedreven set met een toch best wel opvallende vocaliste die nauwelijks contact zoekt met het publiek.
*Foto’s: Titan / Karras / Point Mort
Een tweede blikje artiesten kregen we met Grade 2 (Warzone), Fire From The Gods (Mainstage 1) en Artús (Temple). Fire From The Gods mochten we nagenoeg letterlijk vertalen bij een temperatuur die op het uur van aantreden al vlot boven de dertig graden opliep. Deze band uit de USA bracht een pak agressiviteit mee van over de grote plas. De zwarte frontzanger liet zich opmerken door de vele grunts, waarmee hij zijn publiek ophitste. Door de dynamiek op het podium vlogen zijn dreadlocks gretig langs alle kanten in de lucht. En wie dacht dat een publiek met deze hitte tam geworden was, was eraan voor de moeite want gans de aanwezige meute sprong dansend op en neer op aangeven van de Texaanse frontman. Heel anders ging het eraan toe in de tent waar Artús aan het werk was. Dit gezelschap staat immers voor een soort van folk rock. Het stukje dat wij mee pikten, boeide ons niet wegens te soft en te statisch.
*Foto’s: Artús / Fire From The Gods
In de Altar tent maakte het Belgische Brutal Sphincter zijn opwachting. Wie dit jaar Durbuy Rock festival aandeed die kent ongetwijfeld deze goregrind band. Brutal Sphincter is goed voor dertig minuten ongelimiteerde pokkeherrie met een humoristisch ondertoontje. De tent stond vol en deed volop mee. Ik vermoed dat Brutal Sphincter zonet de tijd van hun leven onderging. Duel, een Amerikaanse band die zorgt voor ene mix van stoner, doom en metal en dat geheel nog eens overgiet met een portie psychedelica zorgde voor ene heel intense en beklijvende set in de “valley”. De overvolle tent genoot ervan, terwijl de heren op het podium zich intens in het zweet werkten. We noteerden ook nog de woorden: “energiek”, “krachtig” en “gedreven” in ons boekje. Last Temptation is een Franse hard rock band, die wat minder dynamisch op het podium stond dan de metalbands die we wat eerder al konden zien. Zij konden het meer dan goedmaken door een stevig potje muzikaliteit te brengen, waarmee ze deze maand al enkele keren mochten openen voor The Scorpions. Gitarist Peter Scheithauer en zanger Butcho Vokovic vormden met hun ritmesessie bassist Baloo en drummer Vince Brisach een brok groovy energie, die ze het publiek inbliezen.
*Foto’s: Brutal Sphincter / Duel / Last Temptation
Het volgende pakje maakte in de stilletjes aan overdreven temperaturen zijn opwachting. Lion’s Law, die op de Warzone hun set brachten, lieten we links liggen. Het Belgische Aktarum deelde, naar onze smaak, een eerste uppercut uit. De tent van de Temple puilde uit van de toeschouwers die allen al heel vlug overstag gingen voor de heel krachtige en energieke sound van dit gezelschap waar elementen uit folk metal en black metal moeiteloos worden samen gebundeld tot een zinderend geheel. Wij, van MUSIKA, vermoeden dat Aktarum dankzij o.a. hun enthousiasme, maar ook middels de prachtige set, hier een heel pak nieuwe fans zal gewonnen hebben. Het zal geen geheim zijn dat de heren van Invisions veel agressie met zich meedragen. Die konden ze rond het middaguur allemaal in hun halfuurtje kwijt op de planken van Mainstage 1. Eerdere passages op grote festivals bevestigden dat de heren niet aan hun proefstuk zijn. Ook hier werd het publiek toegeschreeuwd om een “wall of death” te vormen. De immense kolkende massa, die zich voor de ogen van de daardoor duidelijk geanimeerde frontman vormde, sprak boekdelen.
*Foto’s: Aktarum / Invisions
Na de passage van Brutal Sphincter in de Altar tent mocht Rectal Smegma er een vervolg aan breien. Ik weet niet of HellFest het bewust zo gepland heeft, maar beter wordt het toch niet, althans qua naamgeving. Rectal Smegma is een goregrind band uit Naaldwijk, Nederland. De band bestaat ondertussen bijna 20 jaar en 2022 moet zowat het meest succesvolle worden ooit dankzij passages op HellFest en Wacken. De band maakt er echt wel werk van op het podium. Zanger Yannic Ophorst kon je niet missen middels een fluogroen shortje, maar evenzeer middels alle fratsen die de man in kwestie uithaalt op het podium. Stilzitten is niet aan hem gegeven. Ik betwijfel of zelfs relatine zou helpen. Het publiek zag dat het goed was en lustte er smegma-pap van. Hopelijk bleef het rondje Rectal Smegma niet in de kleren hangen. Het Duitse The Picturebooks zorgde voor een schitterende portie rootsmuziek in de valley. Het tweetal doet het met enkel drums, gitaar en zang. Maar doet dit wel op een enorm gedreven en energieke manier. Wij genoten alvast met volle teugen en zagen dat niet alle fans de valley tent in konden zodat een deel liefhebbers ook buiten de tent deelden in het werkelijk aanstekelijke enthousiasme dat de heren op het podium tentoon spreiden. We mogen ook niet vergeten te vermelden dat hun mix van rock, blues en andere roots muziek wel doeltreffend werkt tijdens live concerten. Waar tot de dag zelf nog op de affiche één van mijn favoriete bands The Dead Daisies aangekondigd stonden, bleek de internationale supergroep op de valreep forfait te geven. Een spijtige zaak voor mij althans, want Soldier Side kwam in de plaats. Een ander genre dus, alhoewel het Franse gezelschap, dat als tribute band van System Of A Down bekend staat, toch redelijk opviel bij hun passage op de mainstage. Er brak een pak agressiviteit los, zowel op het podium door de energieke jumpende snarenplukkers, als in de circle pit die bij het begin van het optreden al ingezet werd. Not my cup of tea, maar keigoed in zijn genre!
*Foto’s: Rectal Smegma / The Picturebooks / Soldier Side
Tussen 13h35 en 14h15 werd het volgende blikje artiesten al geopend. Opnieuw pasten we voor de “warzone” waar Guerilla Poubelle van jetje gaf. Wij keken meer uit naar de passage van Helheim. De band is misschien niet de grootste naam, maar ligt wel aan de basis van het Viking metal genre. Dit jaar vieren ze hun twintig jarig bestaan. Al elf albums schreven ze bijeen en nog steeds opereren ze in de marge van het genre. Maar ze zijn echt niet minder goed dan pakweg een Enslaved, Einherjer, Windir, etc. Nee, we hebben echt genoten van het Helheim setje. Hopelijk zien we ze wat meer. Knocked Loose vroeg al bij het eerste nummer om een circlepit te vormen. Met de ronkende motor van de dubbele bassdrum pompten de Amerikanen hun hardcore los op de Franse geweide grond. Enig spijtige van de zaak was dat dat de heren erg achteraan op het podium stonden en zelden vooraan kwamen. Door de gewijzigde mainstage konden er spijtig genoeg nagenoeg geen deftige foto’s gemaakt worden. Jammer, want het vastleggen van de losgelaten muzikale energie bleef daardoor vrij beperkt tot een handvol foto’s.
*Foto’s: Helheim / Knocked Loose
Een heel aangename verrassing voor mij was de Zweedse progressieve metal band Soen, die me bij het eerste nummer al kon bekoren. De voor mij onbekende muzikanten brachten progressieve rock, die soms een knipoog liet horen naar het Britse Magnum. Ondanks een rustiger nummer tijdens het fotograferen bleven ze boeien. De passie en enthousiasme waarmee ze hun nummers brachten zorgde ervoor dat ik gans hun set uitgekeken heb en me er vaak op betrapte meer enthousiast op te gaan in hun muziek dan het fotografisch vastleggen van dit gezelschap. Nergal kennen we, zo goed als allemaal, wel als frontman van Behemeth. Hier komt hij aanzetten met zijn andere band: Me And That Man. Op muzikaal vlak tapt hij hier uit het vaatje dark country / dark folk. Samen met zijn begeleiders zorgde hij hier voor ene dijk van een set die enorm gesmaakt werd. En dat niet enkel door de medewerkers van MUSIKA, maar ook door een heel pak muziekliefhebbers waarvan er een groot deel buiten de tent genoten van de knappe set van de band. Xentrix is een band die reeds jarenlang bestaat, al eens weggeweest is en een comeback gemaakt heeft en ondertussen het heilige vuur teruggevonden heeft. Een beetje onterecht afgedaan als Metallica-kloon is deze Britse thrash-sensatie toch wel een band om te koesteren. Akkoord dat je dit goed zal vinden als je van Metallica houdt, maar de Britten zijn een stuk progressiever en passen perfect in de traditie van grootse Britse bands. Bovendien zijn ze generatiegenoten van Acid Reign, Onslaught, Sabbat, Sacrilege en Slammer. We kijken al uit naar het nieuwe album dat in het najaar verschijnt. Met zeven nummers was het eerder een korte set, maar het voldeed ruimschoots.
*Foto’s: Xentrix / Me And That Man / Soen
De Amerikaanse alternatieve rockband Skillet verraste me door hun aanstekelijke sound die ze brachten. Vocalist John Cooper , die met gitariste Korey getrouwd is, kon zonder problemen overtuigen. Dat de band al sedert 1996 bestaat, zorgde ervoor dat hun setlist uit een pak eerder uitgebrachte albums gesprokkeld kon worden. Met een drumster in de gelederen is de man / vrouw verhouding binnen dit gezelschap netjes in evenwicht. Een band die een opmerkelijke indruk achterliet en ik zeker verder ga opvolgen. Na Helheim kregen we met Einherjer nog een legendarische Viking metal band op het programma. Einherjer is de laatste tijd actief middels heruitgaven en het meest recente album, ‘North Star’, uit 2021. Einherjer overtuigde zeker en persoonlijk mag ik gewagen van kippenvel ondanks het warme weer. Waren er maar meer festivals zoals HellFest die bands als Einherjer durven programmeren in plaats van steeds dezelfde bands. De aanwezigen in de tent lieten zich in elk geval niet onbetuigd. Daar de “warzone” eigenlijk net iets te veraf ligt om meerdere bands te bekijken, hebben we ook Frustration links laten liggen.
*Foto’s: Einherjer / Skillet
De verwachtingen die ik had bij de voor mij onbekende band The Darkness waren op basis van hun bandnaam vrij donker gekleurd. De wortels van deze Britse rockband gaan terug naar de tijden dat de Y2K millenniumbug veel minder invloed bleek te hebben dan men algemeen verwachtte. Doom scenario’s bliven uit maar dit muzikaal gezelschap kwam samen. Na een aantal jaren smeet de band de handdoek weliswaar voor een tijdje in de ring, maar intussen staan ze er steviger dan ooit. Het fretwerk, waarmee Dan Hawkins uitpakte, zorgde ervoor dat ik de combinatie van de hoge vocalen en de Elvis-achtige outfit van zijn broer Justin erg kon appreciëren. The Vintage Caravan is afkomstig uit Ijsland maar zorgt muzikaal voor een mix van hard rock, blues en psychedelica. De drie heren geven zich telkens volledig tijdens hun concerten zodat enthousiasme, energie en gedrevenheid massaal van het podium rolt en kan opgezogen worden door de fans. Ook nu weer genieten die met volle teugen. En ook nu was de tent (valley) te klein om alle fans te herbergen. Loudblast is een gevestigde waarde in Frankrijk wanneer het op death metal aankomt. En afgaande op de furieuze set verdienen ze deze status zeker. Waar je bij sommige death metal bands na enkele nummers het gevoel krijgt dat je alles gehad hebt, is dit bij Loudblast geenszins het geval. De band weet hoe ze een beklijvende set moeten neerpoten. Ze lieten een stevige indruk na en de tent explodeerde als het ware. Waar de crowdsurfers en moshers trouwens de energie vonden om hun ding te doen, vraag het mij niet, ik zat / stond erbij als een uitgewrongen vod van de hitte.
*Foto’s: Loudblast / The Vintage Caravan / The Darkness
Heaven Shall Burn. Ik vraag me af of er ooit een naam toepasselijker was voor de sfeer in en rond het hoofdpodium. Ik geeft toe dat rond het uur dat ze mochten aantreden de temperatuur begon te zakken naar verdraaglijker temperaturen, maar ‘verdraaglijk’ is redelijk relatief als het meer dan vijfendertig graden is in de schaduw. En Heaven Shall Burn staat er bekend voor dat ze een verschroeiende set kunnen neerzetten én de grootste aller moshpits. Ik vermoed dat ze vandaag de grootste poshpit aller tijden bij meer dan vijfendertig graden celsius of zoiets gecreëerd hebben. Geen idee wat zoveel mensen bezielt om bij dergelijke verzengende temperaturen als gekken tekeer te gaan in de moshpit, maar ze doen het toch. En vermoedelijk heb je de grootste zweetvijver ooit als je al die T-shirtjes uitwringt na de show. Wat was dat zeg? Euh, … dat was Heaven Shall Burn. In de Altar dropte het Noorse black metal gezelschap Kampfar een bommetje om “u” tegen te zeggen. Vanaf de eerste tonen van de opener voelde je een duisternis en dreigende spanning op je afkomen. De heren keken echt niet meer om en raasden doorheen hun set die uit enkel hoogtepunten bestond. Dankzij deze set zal Kampfar een heel pak zielen bekeerd hebben tot de gitzwarte duisternis die black metal uitstraalt.
*Foto’s: Kampfar
Op een uitbundig feest, zoals HellFest vaak ervaren wordt, kunnen de feestmakers van Alestorm niet ontbreken. De Schotse band, waarvan leider Christopher Bowes de touwtjes in handen heeft, liet zich een klein beetje opvallen door hun trouwe metgezel, het eendje die ze ook deze keer voor de gelegenheid op hun podium gezet hadden. Het was duidelijk dat de negenendertig graden niet enkel het gezelschap, maar ook hun publiek volledig nuts gekregen had. Iedereen zong en sprong mee op de vrolijke noten van de klassiekers ‘Mexico’, ‘Hangover’ en ‘Beer’, maar ook op het nieuwe nummer ‘P.A.R.T.Y.’ dat op het aankomende album zal staan. Met deze zevende schijf verpulveren ze het idee dat dit een eendagsvlieg is, maar een heel erg uitgekiende motor is, die ook heel vlotjes draaide op de Franse gronden. In de Valley trad ondertussen Pelican aan. Ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord. Maar gelukkig leert een mens bij. Pelican trad op met de originele bezetting van de eerste albums. Dit Amerikaanse post rock / metal gezelschap grijpt je onmiddellijk bij de keel met hun uitgesponnen instrumentale nummers. Een verademing om zoveel moois te mogen aanhoren. Ze verdienen zeker hun plaats op dit festival. Van Pelican naar Exciter dan, letterlijk een kleine stap van de Valley naar de Altar-tent, maar muzikaal een contrast dat kan tellen. Exciter geldt als de grondlegger van speed metal, wellicht samen met Agent Steel. Anders gezegd, van instrumentaal naar gegil, van lange nummers naar korte en van traag en opbouwend naar snel en sneller. Maar waarom niet. Ik verwachtte veel van Exciter, maar Exciter gaf niet evenveel terug bij wijze van spreken. Het heilige vuur ontbrak een beetje. Ik vond ze een beetje uitgeblust klinken. Ook de cover van ‘Iron Fist’ van Motorhead kon de set geen “happy ending” bezorgen. Jammer, maar van mij mogen ze het gerust nog eens overdoen. Naar het schijnt waren ze zovele maanden terug op het Blast From The Past-festival wel dik in orde.
*Foto’s: Alestorm
Ditmaal werd de mainstage gelaten voor wat het was, waar nochtans Rival Sons geprogrammeerd stond. Met het Noorse Taake wakkerde het black metal vuur, dat door Kampfar grondig werd aangestoken, weer enorm op. Ook dit gezelschap zorgde immers voor een verzengende set waar de liefhebbers van het (sub)genre maar geen genoeg van krijgen. Zo’n vijftig minuten lang stond de “temple” dan ook in brand (figuurlijk dan toch). Terug alle hens aan dek bij het aantreden van de veteranen van Agnostic Front. Deze Amerikaanse hardcore band werd al in 1980 opgericht door onder andere gitarist Vincent Capuccio en vormt hiermee de kern van de New York hardcore scene. Met het introduceren van het crossover thrash genre schreven ze geschiedenis. Vocalist Rogelio de Jesus Miret liet er geen gras over groeien, want al vanaf het eerste nummer eiste hij een circle pit. Aanwezigen kregen een muzikale muur van energie. Een klein uurtje later was deze overzeese furie uitgeraasd.
*Foto’s: Agnostic Front / Taake
Messa uit Italië mocht na hun passage in 2019 nog eens aantreden in de Valley. Terecht overigens, want hun debuut op HellFest was niet onopgemerkt voorbijgegaan. Geen toeval dus dat de Valley al volliep nog voor er één noot weerklonk. Uithangbord van de band is zangeres Sara Bianchin die in het verleden vooral basgitaar speelde bij Restos Humanos, maar nu dus bijna al haar tijd in Messa investeert. Gelukkig voor ons, want zingen kan ze als een nachtegaal. En haar timbre past perfect bij de doom van Messa. Het laatste album, ‘Close’, is een knaller van formaat. De hoogtepunten daaruit, aangevuld met de betere nummers uit de eerste twee albums vormen de set. Daar de nummers vrij lang zijn, krijg je slechts enkele te horen, maar beklijvend is het zeker. We hebben het laatste nog niet gehoord en gezien van Messa. Flotsam & Jetsam zorgde intussen ervoor dat ook de heavy metal / thrash metal fanaten aan hun trekken kwamen in de “altar”. Deze, naar onze bescheiden mening onderschatte Amerikaanse band, wervelde ook al van begin tot einde. Wij waren alvast (opnieuw) onder de indruk van de prestatie van deze muzikanten en in het bijzonder van de stem van Eric “A.K.” Knutson. Dat er ook een heel pak volk open staat voor een vrolijke kwinkslag tussen de loeiharde metal noten, konden we opnieuw zien bij Steel Panther. Beter kun je hiervoor niet vinden, want met hun sexy pakjes en schunnige teksten palmden ze zonder veel probleem de mooiste meisjes in. Hoe ze het altijd voor elkaar krijgen, het is me een raadsel, maar de massa aan tietjes die spontaan tevoorschijn kwamen, was bij momenten niet bij te houden. Hun babbels tussen de nummers, onder andere over hun samenwerking met Mötley Crüe, en het uitnodigen van de dames op het podium zijn tradities die ze ook hier in ere hielden. Voor de 22-jarige lokale schone, die het allemaal vanop de barkruk op het podium mocht meemaken, werd prompt een leuke to-the-point ballade geschreven. Er kwamen een pak meer dan “17 Girls On A Row” op het podium, maar dat zal wellicht voor de free cocaine zijn die vocalist Michael Starr hen beloofde.
*Foto’s: Flotsam & Jetsam / Messa / Steel Panther
Hoe The Toy Dolls het er vanaf brachten, weten we niet, want net dan was het tijd voor Megadeth, een van de bands die twee keer mogen aandraven. Megadeth is er één van. Rouwig zijn we daar niet om. Megadeth, dat is de klasse van een Metallica of een Slayer, gekoppeld aan songs die veel meer zijn dan alleen maar thrash metal. Ik zou zeggen: meer inhoud, minder voor de hand liggend. En Dave Mustaine was in opperste vorm: goed bij stem, goedlachs, warmhartig. Dave heeft zieltjes gewonnen, maar zelf deed het hem onwaarschijnlijk deugd om zoveel menselijke warmte terug te krijgen. Dit was een moment om lang te koesteren. Een gezicht dat boekdelen sprak. En een set waar je misschien boekdelen over kan schrijven. Ik ga het houden op : ‘Peace Sells …’, ‘Dystopia’, ‘Symphony Of Destruction’, ‘Holy Wars …’, ‘Sweating Bullets’, … En het werd alleen maar beter. Ensiferum in de tent betekent partytime. Ensiferum brengt Viking metal van de bovenste plank. Vanaf de eerste noot is het feesten gelijk de beesten. Zanger Petri Lindroos hitst de massa zoals geen ander. Van ‘Rum, Women, Victory’ tot laatste nummer, ‘Iron’ is het één lang oorgasme. Neem daarbij een spetterende show en het kan eigenlijk niet meer stuk. Ensiferum is muziek vitamientjes innemen. Na het optreden voel je je gewoon beter. Deze Vikingen veroveren niet met het zwaard, maar wel met muzikale knallers van formaat. En dat het werkt bewijst het feit dat de “temple”-tent wel dubbel zo groot mocht geweest zijn!
*Foto’s: Ensiferum / Megadeth
Deep Purple in the house. Wat kan er nog gezegd worden dat nog niet werd gezegd van deze rocklegende? Ze gaan nog steeds mee. Ze zijn de basis van de metal samen met Black Sabbath en Uriah Heep. Ze hebben songs die binnen duizend jaar nog gespeeld zullen worden. En ze hebben er nog plezier in. Het is niet meer wat het ooit was, maar het is nog steeds genietbaar. ’Highway Star’ zet meteen de toon tot ‘Smoke On The Water’ het regulier gedeelte van de set afsluit. Terugkomen dat doen ze met ‘Caught In The Act’, ‘Hush’ en ‘Black Night’. Het spaarzame lachje op Gillans’ gezicht sprak boekdelen. Oké, geen ‘Child In Time’ of ‘Strange Kind Of Woman’, maar je kan het niet al hebben zeker. Ook al een legendarische naam is Sepultura dat vooral bekend is geworden toen de broertjes Cavalera er nog bij waren. Maar ook zonder Max en Igor blijft dit groove metal / thrash metal gezelschap verder stomen. Dat er nog steeds een heel pak liefhebbers vallen voor de band bewijst ook hier het feit dat de “altar” tent beter twee maal zo groot was. Hoe ze tegenwoordig klinken? Wel, niet meer zoals in de hoogdagen (ten tijde van de broertjes), maar nog steeds verdomd retestrak, krachtig, hard, brutaal en agressief. We hebben eerlijk gezegd, al mindere concerten van dit gezelschap gezien en gehoord! Door deze twee toch wel legendarische bands hebben we Mono & The Jo Quail Quartet links laten liggen.
*Foto’s: Sepultura / Deep Purple
We hebben ook onze joker terug ingezet bij de “warzone” waar Social Distortion hun ding deed. Reden daarvoor was het in Frankrijk reeds enorm populaire Skáld (indien je de band nog niet kent: geen nood, de rest van de wereld zal wel volgen). Skáld had de eer om voor de tweede keer de heilige grond van HellFest te betreden als band. En Skáld weet verduiveld goed welke eer hen te beurt viel. Oké ze zijn een Franse band en hebben het thuisvoordeel, maar dat hadden ze echt niet nodig. Skáld is groots, grootser, grootst. Dit is echt een band met een flow die resulteert in een evolutie waar we het einde nog niet van gezien hebben. Het minder goede nieuws is dat Justine Galmiche moest afzeggen om gezondheidsredenen en vervangen werd door Chaos Heidi, die overigens perfect inviel voor haar zieke pagan zuster. Van hieruit wensen we Justine alvast een spoedig herstel. De show zelf was adembenemend mooi. Wat mij betreft mocht het nog veel langer geduurd hebben.
*Foto’s: Skáld
“Mainstage 1” sloot af met Ghost. Ghost is een band die nogal extreme reacties uitlokt. Voor sommigen is het geen metal; anderen vinden het maar niets. Gelukkig stond de weide vol met fans. En ik vermoed dat ze er die avond nog een pak zullen bijgemaakt hebben. Wat een show zeg! Geen seconde verveel je. En ondertussen volgt de ene parel van een nummer het andere op. Van lichtvoetig tot heavy, maar altijd fascinerende songstructuren. Ghost heeft het allemaal. Ghost is een headliner. Zonder discussie. De show was wellicht wat korter dan voorzien. Blijkbaar speelden stemproblemen onze pagan pope parten. Wat we kregen was meer dan dik in orde. De afwezigen hebben iets gemist. Hopelijk krijgen ze audiovisuele herkansing middels een video of TV-uitzending. We zullen zien of op Papa Emeritus IV genadig is of niet. Zo kregen we natuurlijk niet de kans ons licht op te steken bij Envy (“valley”) of bij Agressor (“altar”), waar die laatsten op valreep de vrijgekomen plaats van Sacred Reich mochten inpalmen. Als laatste band in de “Temple” kregen we een uniek event. Vreid mocht terug in hun Windir gedaante kruipen. Vreid is qua bezetting eigenlijk Windir minus Valdar, die zeer spijtig verongelukte in 2004. Tijdens het optreden was het overduidelijk dat het respect voor hun gevallen bandlid nog immer groot is. Vreid bracht een hommage aan Valfar, maar ook aan ‘1184’, hun derde album en hun grootste meesterwerk. Er was ook nog ruimte voor andere Vreid nummers en voor een cover van ‘Paint It Black’, een mooie uitvoering overigens. De Norwegian Black’n Roll machine sloeg aan en de aanwezigen in de tent kregen een stevig potje Sognametal gepresenteerd. En ook aan de omkadering was gedacht middels een mooie backdrop en wat vuurspuwers voor het podium. Voor de afsluiter op de mainstage werden de rockers van down-under opgetrommeld. In hun twintigjarig bestaan hebben grondlegger zanger/gitarist Joel O’Keeffe en zijn kornuiten een indrukwekkende reputatie opgebouwd. Airbourne zette stevig in met hun gekende riff-georiënteerde rock. Of het nu de laatste stuiptrekkingen van de tweede dag waren of niet, de massa ging stevig uit zijn dak. Spijtig kon ik de show niet helemaal kon zien omdat ik het busje naar het hotel moest halen, maar een aantal nummers kon ik gelukkig nog meepikken. Zowel muzikaal als visueel was het allemaal dik in orde, een knappe lichtshow met bijhorende vuurzuilen zorgden voor een indrukwekkende combinatie. Zo ken je ook de twee redenen waarom we, opnieuw, niet tot bij de “warzone” zijn geraakt voor de afsluiter aldaar: het nochtans befaamde Anti-Flag. Op naar dag drie, die een heel stuk minder warm beloofde te worden.
*Foto’s: Airbourne
Met speciale dank aan Roger Wessier en het complete HellFest team!
Tekst: Frederik Blieck, Andy Maelstaf, Luc Ghyselen.
Foto’s: Andy Maelstaf en Luc Ghyselen.