WildFest, JC De Spiraal, Geraardsbergen.
Dit jaar werden de Wildlings gezegend met een tweede dag. En geen zeven, maar acht bands. Jan en co, bij deze nog maar eens een dank je wel, want ook deze keer stonden er een aantal serieuze kleppers in de dagindeling geprogrammeerd. Een uurtje eerder dan de vrijdag, dus nog meer fun. Nog vlug mijn WildFest T-shirt afhalen en wat drankbonnetje aanschaffen want mooi op tijd kon de eerste band van start gaan.
Rebel’s End is een Antwerps gezelschap dat voor een stevige opener zorgde. Ondanks het vroege uur en de afterparty van de eerste dag, waren er toch al enkele moedigen afgezakt. Onder meer de vellenmepper van dienst kwam vaak met de dubbele basdrum aandraven, waardoor de energie intens aanwezig was. De ruige vocalen pakten je bij de keel. Als ook plots een ratelende bas naadloos een volgend nummers aan elkaar wist te hechten, weet je dat het over een solide band gaat.
Reach kondigde zichzelf aan als een band die “bad jazz” zou brengen. Ondanks we hier slechts een trio aan muzikanten op het podium zagen, kregen we een brede waaier aan stijlen die eigenlijk alle kanten opgingen. Soms rock, soms happy met kopstem, soms neerslachtig en vrij moeilijk te definiëren, maar wat ze ook brachten, het klonk goed. We hoorden een stevige start, waar de stijl van de erg dynamische drummer me vaak deed denken aan Ramy Ali (Iron Mask, Serious Black) of Philip Crusner (Eclipse). Zalig om die gast bezig te zien. Er volgden nog een cabaret achtig nummer, met een ware honky tonky piano, die dan weer de popinvloeden van Beast In Black in me wakker maakten. Het was een wilde rit die misschien in geen enkel doosje paste maar mij wel kon overtuigen.
Speed Stroke had al vlug het talrijker opgekomen publiek naar zijn hand. Er werd wild gesprongen (wat wil je anders op WildFest), we zagen een band die goesting had om te entertainen. Daardoor kwamen deze enthousiastelingen wel eens in de problemen door de vernestelde en soms losgetrokken kabels. Vooral de gebrachte nummers zorgen ervoor dat deze Zwitserse live band zich helemaal kon ontpoppen. Ja, dat bergwater, ik herhaal mezelf maar het kan geen toeval meer zijn. Het slotnummer ‘Believe In Us’ liet iedereen nog eens stevig uit zijn dak gaan.
WildHeart bestaat uit jongens van eigen bodem. Nou ja, die ‘jongens’ zijn intussen flink uit de kluiten gegroeid, want alhoewel ik deze band al van in zijn beginjaren volg, heb ik hen nog nooit zo solide als geheel zien spelen. De rockers hangen meer dan ooit samen en de nummers rolden als een goed geoliede machine dankzij het pittige gitaarwerk en knappe vocalen. Mooi te zien hoe gedreven iedereen was. Veel podiumbeweging en veel interactie met het publiek. We kregen een ferme lijst strak gespeelde nummers uit hun eerder uitgebracht materiaal. En ja, naast de verjaardag van organisator Jan was ook Wouter Langhendries jarig. Een gepast ‘happy birthday’ en bedanking naar de vrijwilligers kon niet ontbreken.
Temple Balls is een Finse hard rock band, die ik ook al enkele keren aan het werk kon zien. Het was terug uitkijken naar de hoge vocalen. Centraal in de nummers vinden we sterk gitaarwerk met knappe solo’s. Een erg energieke band op het podium, die zonder probleem de boel in de fik kreeg. Echter, na een aantal nummers liep het mis toen plots de muziek stilviel en we de bassist (die volgens Wikipedia Jimi Välikangas heet) op de grond zagen liggen. Deze “medical situation”, zoals deze aangekondigd werd, ontsierde spijtig genoeg het ritme van deze gedreven band. De ambulance en een MUG-team moest ter plaatse komen. Een kort maar abrupt geëindigd optreden.
Shiraz Lane kon de sfeer er terug wat inkrijgen. Door het groot aantal fotografen werden we slechts 2 nummers in de fotopit toegelaten. Maar soms is dat niet genoeg om de erg dynamisch rondhuppelende muzikanten op de gevoelige plaat te krijgen. Veel beweging is een understatement. Stevig, rustig, hoog, laag, niets is deze band onbekend. Je ziet dat de heren veel ervaring opgedaan hadden waardoor deze pure liveband ons makkelijk kon overtuigen. Met een drumkadans op het tempo van een hartslag vroeg de vocalist “Can you feel the love en energy?”. En of we dat voelden en een pak meer dan dat zelfs. Met de cover “Be My Baby” sloot het gezelschap een zoveelste geslaagde optreden af.
Maverick kwam vanuit Belfast maar hadden blijkbaar hun lampen niet mee. Gewaad in een pak duisternis kwamen ze zelfs een pak rustiger dan hun voorgangers, maar later vertelde de vocalist dat dit het tweede optreden was na twee en een half jaar verplicht thuis zitten. Mja, een zoveelste band die corona liever als biersoort had gekend i.p.v. een virus. Alhoewel het vocaal in de eerste nummers niet altijd even juist zat, kwam daar betering in toen de interactie met het publiek alsnog een pak ambiance kon brengen. Mij kon de band niet echt overtuigen, al zag ik duidelijk dat er een pak anderen in het publiek zaten die uit de bol gingen bij het meebrullen van de gekende nummers.
H.E.A.T kon de avond afsluiten. Gelukkig kwam er ook een mededeling in verband met de situatie van de bassist van Temple Balls. Daar bleek bij een verkeerde beweging de knie uit de kom was gegaan. Die werd ter plaatste terug op zijn plaats terug gebracht door de medische diensten. Als medeleven zong heel de zaal uitbundig voor een spoedig revalidatie richting de herstellende snarenplukker. Maar dan … man man, wat een feestje was dat zeg. Kenny Leckremo zong, sprong, liep, … kortom, de langharige frontman moet een ongelooflijke conditie bezitten om dat allemaal in dit tempo te combineren. Hit na hit werd afgevuurd en een volledig uit zijn dak gaand publiek keek naar elkaar hoe het mogelijk was dat deze nooit eerder geziene feestvreugde zo spontaan kon losbarsten. Daar zat de intrigerende en erg dynamische frontman natuurlijk voor een groot deel tussen. Later volgde nog een drumsolo (waarbij de vellenmepper zijn intense drumroffels zelfs wist te combineren met het drinken van een biertje) en een gitaarsolo waar het snarenwerk van de cowboyhoed dragende solist en de daaropvolgende vocalen elkaar imiteerden. Kenny schreeuwde het uit “We keep the party going on” waarna ‘1000 Miles’ en ‘Living On The Run’ de adrenaline nog wat meer deed oppompen. Anderhalf uur stond ik, zoals nagenoeg iedereen in het publiek, te dansen, springen, meezingen, … zelden geziene ambiance.
Deze tweede dag had dan wel een minpunt bij Temple Balls (bij deze: spoedig herstel!), maar de andere bands overtuigden door hun sterke prestaties. Zeker de afsluiters, Crazy Lixx en H.E.A.T waren subliem. Heel erg onder de indruk verliet ik het strijdveld, waar menige keeltjes gesmeerd werden, vele vriendschappelijke knuffels uitgedeeld werden en vooral geschiedenis geschreven werd. Een editie die alle voorgaande wellicht overtrof. Bedankt aan iedereen voor wellicht HET feest van 2022.
Met dank aan Mike de Coene en de organisatie van WildFest.
Tekst en foto’s: Andy Maelstaf.