Reckless Love is zo’n band die me meteen een belletje liet rinkelen, alhoewel er een radiostilte van een goeie vijf jaar was. Opgericht in 2001 en door het uitbrengen van vier albums misten ze hun start niet. ‘Reckless Love’ (2010), ‘Animal Attraction’ (2011), ‘Spirit’ (2013) en ‘Invader’ (2016). We waren hun vlugge ritme van het uitbrengen van de vier studio albums nu bijna gewoon geworden. Positief is een ongewijzigde line-up, die het vertrouwen enkel ten goede komt. Bandleider en zanger Olli Herman laat zich bijstaan door Pepe Reckless op gitaar, Jarle Verne op bas en Hessu Maxx op (vanaf nu een elektronische) drum. ‘Turborider’ werd geproduceerd door Jonas Parkkonen (Apocalyptica, Lost Society) en gemasterd door Svante Forsbäck (Rammstein, Lordi, Volbeat). Zet je schrap voor een massale onderdompeling in de wereld van de jaren tachtig spelletjes, met de gekende synthesizerklanken. En ja, dat geeft ondergetekende het gevoel van een kind in een snoepwinkel. Dat het allemaal ietsje meer mag zijn, horen we in de titeltrack ‘Turborider’. De melodieuze opener schiet als een speer uit de startblokken. Crispy en catchy, het nummer nestelt zich meteen tussen de oren. Ook ‘Eyes Of A Maniac’ etaleert de schrijfkunsten waar de lijntjes van de pop opgezocht worden. De gitaarsolo zet een knap accent op het erg aangenaam nummer. Het werd als tweede single uitgebracht: https://www.youtube.com/watch?v=Zv6CYF0IeJk. Alhoewel de meeste nummers positief zijn, is deze een weerspiegeling van de donkere levenskanten. Het gaat over het monster dat je niet loslaat en in elke spiegel blijft volgen. ‘Outrun’ heeft me zo’n vijfendertig jaar geleden erg veel spelplezier opgeleverd. Als erg knappe ode hieraan is het gelijknamige nummer een streling voor het oor. Het was volgens Olli een van de eerste geschreven nummers en werd daardoor ook gekozen als eerste single: https://www.youtube.com/watch?v=L4mQ1IVGTCY. Ik werd er instant happy van en gaf me een flashback waarvan de glimlach op mijn gezicht nog maar een fractie verklapt welke geweldige momenten ik toen kende. Ook hier horen we die kruisbestuiving van eighties pop en metal, die de band als basis hield als perspectief voor de creatieve expressie, die nodig was om herboren te worden. De vocalen in ‘Bark At The Moon’ doen me, naast de titel uiteraard, ook een beetje aan Ozzy denken, maar de eigen handtekening maakt het nummer erg boeiend. De gierende gitaarsolo in ‘Prelude’, die aan de Flight Of The Bumbelbee doet denken, wamt ons op voor ‘Like A Cobra’, dat het vooral moet hebben van het strakke aanhoudende tempo en opnieuw dat knappe snarenwerk. Het zeemzoete ‘For The Love Of Good Times’ en het poppy ’89 Sparkle’ zijn opnieuw zo’n juweeltjes die het album doet liften. De eindspurt laat je bloedend achter, want de klassieker ‘Future Lover Boy’ en de stampende afsluiter ‘Prodigal Sons’ schieten met scherp en doen een regelrechte aanval op je stembanden (of wat er na een goed half uurtje nog van overblijft). ‘Turborider’ liet me meerdere keren glimlachend meezingen en gaven me dat instant happy gevoel. Guilty pleasure voor fans zoals ondergetekende, die de high-energy synthesizer rock van de eighties niet kunnen achter zich laten. Deze opzwepende explosie is naast de klassieke digipack cd ook als gekleurd vinyl te verkrijgen. Daarnaast biedt de band hun fans iets heel speciaals aan in de vorm van een gelimiteerde box set met de digipak cd, een handgetekende kaart en een handheld videogame! Een geplande tour in Europa in maart zou de band wat meer op de kaart kunnen zetten. Zou, want het is maar de vraag of alles doorgaat als gepland.
Rocking Klingon (90)
AFM Records
Tracklist: 1. Turborider 2. Eyes Of A Maniac 3. Outrun 4. Kids Of The Arcade 5. Bark At The Moon 6. Prelude (Flight Of The Cobra) 7. Like A Cobra 8. For The Love Of Good Times 9. ’89 Sparkle 10. Future Lover Boy 11. Prodigal Sons