Riverwood is een Egyptische progressieve folk metalband, die door vocalist Mahmoud Nader in 2018 opgericht werd. Ze lieten zich voor een eerste keer opmerken met hun debuut ‘Fairytale’ dat hetzelfde jaar nog uitkwam. De band zorgt toch voor een eigen geluid door oosterse sferen in hun progressieve en complexe arrangementen te brengen. De band bestaat verder uit gitarist Seif Elsokkary en keyboardspeler Omar Salem. Recentelijk vervoegden ook drummer Abdallah Hesham, die met Mark Medhat wisselde en bassist Mohannad Ahmed, die de plaats van Ahmed Shokry overnam. Vaak krijgen bands hun stempel doordat ze in een of ander vakje gedrukt worden en van daaruit beoordeeld worden. Soms zijn die wel goed maar “meer van hetzelfde” en “niet vernieuwend”. Daardoor is het als nieuwkomer vaak moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk, om nog op te vallen in de positieve zin als er al zoveel stijlen bestaan en die al vaak met elkaar gemengd werden. Toch weten deze Egyptenaren het anders aan te pakken en brengen hun eigen geluid in een mengeling van gekende stijlen. Hun metal beleving gaat verder en het is een soort onderdompelen om het tot je te laten doordringen. Met een volledig open mind begon ik aan een eerste luisterbeurt en heb me vaak laten verrassen door het dubbele en vaak diepere dat in de nummers naar boven kwam. Die meerdere lagen kwamen vaak voor. Het is door de langere nummers vaak zo dat tijdens het vertellen van het verhaal, het arrangement een aantal keer om kantelt. Veel gevoel en intensiteitsvariaties zorgen voor veel indrukken, maar de typische Oosterse geluiden zorgen voor een rode draad doorheen het album. Die draad begint met ‘The Dragonborn Comes (Dovahkiin)’ dat crescendo op gang komt. Het nummer spint meeslepend op naar een bombastisch en episch melodieus stuk. Het doet wat aan ‘Conquest Of Paradise’ van Vangelis denken, dat ook gelijkaardig op toeren komt met een steeds aanzwellende aanwezigheid van achtergrondgezang. Er staan een aantal erg lange composities op het album, die vaak door een kort instrumentaal stukje vooraf gegaan worden om een soort sfeer te zetten. We spreken van composities van tien minuten en meer. Die complexiteit is vaak ook de basis voor mini-solo momenten waarin de technische vaardigheden in de kijker gezet worden, zonder opdringerig over te komen. Het getuigt van een knap staaltje schrijftalent met een doordachte strategie. Luister eens naar de vrolijke en opgewekte Oosterse sfeerzetter ‘Babylon’, waarna je opgewekter aan het duistere ‘Dying Light’ zal starten. Deze laatste begint theatraal en gaat over in een wervelwind van gitaren en Egyptische vocale lijnen. Je kan het nummer op YouTube bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=1fGaKcIppv0. Waar de adrenaline bij momenten erg intens oploopt, is er daarna rust en eenvoud in een rustige break, die het lange nummer boeiend blijft houden. Een rustige basis zit knap geweven in een metalframe (met zelfs hier en daar een grunt), waar de oosterse sferen doorheen kronkelen. Ook de solerende snarenplukker zit in dezelfde sfeer, het plaatje klopt volledig als ook de achtergrond-klaagzang het geheel opvult. Zo nu en dan hoor je ook de ratelende bas van Mohannad tekeer gaan. Vrolijk word je er niet van, maar laat je onderdompelen in teksten zoals “Kijk hoe de werelden vergaan en instorten. Het menselijk ras zal tot stof vergaan. Het maakt niet uit hoe sterk je zult sterven. Ik zal degene zijn die over de aarde heerst. En ik zal ervoor zorgen dat er geen wedergeboorte is. De wereld is ingestort en verbrand. Op het einde is er niemand meer in leven onder het stervende licht”. Geen idee of deze Westerse wereld klaar is voor dit geluid, maar dit gezelschap weet verdomd goed hoe een herkenbaar geluid met specifieke (lokale) sferen te mengen tot een erg interessante cocktail, waarbij je opgezogen wordt als een totaalbeleving. De nummers vertellen zoveel, dat je geboeid blijft en dat is een mooie troef die door de continue variatie in arrangement en sfeer behouden blijft. Het is een trip die je wel of niet aanvoelt, maar als het voor jou wel werkt, voel je drie kwartier de hete zon branden en het zand tussen je tenen.
Rocking Klingon (84)
Independent Release
Tracklist: 1. The Dragonborn Comes (Dovahkiin) 2. A Haunting Lullaby 3. Blood And Wine 4. The Shadow 5. Sands Of Time 6. Queen Of The Dark (feat. Annie Hurdy Gurdy) 7. Babylon 8. Dying Light 9. Lustful Temptation 10. Another World 11. Rise Of The Fallen 12. The Flame (feat. Hseyin Pulant) 13. Solitude