‘Melinoë’ is het jongste geesteskind dat als een rotte vrucht uit de zieke geest van de Amerikaan Kyle Spanswick a.k.a. Naas Alcameth is ontsproten. Met Akhlys is het intussen reeds het derde album, maar het eerste waar Alcameth versterking inroept van zijn wapenbroeders uit Aoratos. Misschien dat hij dit nodig achtte om de sound overtuigend te brengen, want dat laatste is in elk geval geslaagd. De donkere ambient uit de beginjaren van Akhlys is er nog steeds om de spanning op te bouwen tot de storm als een pestbuil openbreekt en de hel losbarst. ‘Melinoë’ is het geluid van ziekte, verval en paniek. De inspiratie uit de ziekste – en beste – horrorfilms is duidelijk hoorbaar in het sporadisch gebruik van lugubere samples in de pulserende intro’s van de vijf nummers op dit album. ‘Succubare’ is in feite gewoon één grote horror soundscape. Het geluid van duizend ratten die over vioolsnaren krioelen, vervormde gongslagen als jumpscares, neuzelende stemmen en demonisch gepredik over het gedoemde einde van de beschaving. Ook op ‘Ephialtes’ is een constant snijdend gepiep hoorbaar op de achtergrond, om het gevoel van desoriëntatie en ongemak te vergroten. Zes noten, meer heeft dit nummer niet nodig om de luisteraar huiverend onder een deken te laten kruipen. Strategisch gitaargebruik is hier in grote mate de oorzaak van. Een orkestraal effect voorziet elke aanhaal alvast van de nodige gravitas, en elk van die aanhalen is hoog, snerpend en dissonant. Verder blijven de riffs eigenlijk heel eenvoudig en traag, wat hen net zo dodelijk doeltreffend maakt. Kleine dissonante variaties binnen die riffjes maken de sfeer extra grimmig. Het is de combinatie met de drums die het afmaakt: nu eens traag, ritmisch en ritueel, dan weer moordende blastbeats en alle subtiele nuances daartussen die perfect getimed zijn om het achterliggende gevoel te versterken. ‘Pnigalion’ en ‘Ephialtes’ zijn daar perfecte voorbeelden van. Op eerstgenoemde omineuze track worden vier gitaarnoten gedragen door een aanzwellende basdrum, tot die vier onafhankelijke auditieve littekens één ijle, samenhangende, verlammende lijn worden. De derde troef van Akhlys is het ronduit demonische, sissend op en neer gaande vocale werk van Alcameth waar het misantropisch venijn en de haat van af druipen. Het artwork tenslotte past ook perfect bij de auditieve vormgeving. Akhlys, en dit album, is evil incarnate.
Sam Bruynooghe (97)
Debemur Morti Productions
Tracklist: 1. Somniloquy 2. Pnigalion 3. Succubare 4. Ephialtes 5. Incubatio