Het Britse Serpentyne, een band die symphonic metal mixt met folk en rock, zorgt met ‘Angels Of The Night’ voor een nieuw album. Serpentyne werd in 2010 opgestart door Maggiebeth Sands (vocals) en Mark Powell (gitaar, hurdy gurdy). Terwijl men op het eerste album, ‘Stella Splendens’ (201) nog duidelijk de kaart folk en / of medieval trok, kiest men ondertussen voor een meer krachtiger metal variant. Dat wil niet zeggen dat medieval en zeker (Celtic) folk geen rol van betekenis meer spelen in de sound van Serpentyne. Het huidige gezelschap – Vaughan Grandin (doedelzak, vocals), Nigel Middleton (bass, vocals), John Haithwaite (drums, vocals (backing)), Lee Wilmer (gitaar) en Maggiebeth Sand (vocals) – zorgt op dit vierde full-album voor elf mooi opgebouwde songs die me af en toe doen denken aan Nightwish ten tijde dat Tarja nog achter de microfoon stond. Ik weet ook wel dat het stem timbre van Maggiebeth anders is, maar ook zij is een geschoolde classical sopraan. Serpentyne opent hier met twee nummers (‘Away From The World’, ‘Angel Of The Night’ en ‘Lady Serpentine’) die vrij typisch zijn in het symphonic metal genre: vrij uptempo, mooie en soepele vrouwelijke vocalen, mooie folk accenten en krachtige gitaarlijnen die mooi overgoten worden met symfonische elementen. Voor ‘Follow Me’ wordt een stuk dreigender aangepakt, al houdt de band zich wel al aan de uitgetekende lijnen in het symphonic metal wereldje. De ‘Lady Macbeth’ van Serpentyne is natuurlijk een vrije bewerking naar het stuk van William Shakespeare. Zelf zit ik voor het eerste echt op het puntje van mijn stoel te genieten van de mooie vocale voordracht van Maggiebeth. Tijdens ‘Bring On The Storm’ krijgen we vooral mannelijke stemmen te horen. Het nummer zorgt zo voor een ander klankkleur en een een compleet andere muzikale invalshoek. Ook het ritme en tempo klinkt heel anders dan wat we reeds hoorden en het lijkt zo wel de vreemde eend in de bijt. Het mooi opgebouwde ‘Aphrodite’ pikt de draad van de eerste nummers weer mooi op. ‘Salvation’ past ook in dit straatje al krijgt dit een wat dreigender toon mee. Tijdens ‘Seven Signs’ ligt de focus weer op de mannelijke vocalen terwijl stevig gitaarspel ook onze aandacht opeist, naast mooie accenten die aan folk of zelfs medieval doen denken. ‘Boudica’ bouwt mooi verder en is het tweede nummer waar ik echt voor opveer. Een mooie opbouw waar folk en symfonische elementen hand in hand gaan, een knap ritme en mooie zorgvuldig gekozen wendingen in tempo en stijl. Een mooi voorbeeld van hoe een legendarische figuur uit de Britse geschiedenis op een erg mooie manier nog eens in de verf wordt gezet. En dan is er nog met ‘The Call Of The Banshee’ een nummer dat me helemaal van de sokken blaast. Het symfonische element wordt hier stevig weggedrukt en vervangen door een onvervalste pagan invloeden die me doen denken aan het duo van Nytt Land, maar hier dan wel elektrisch versterkt. Serpentyne kreeg hier de hulp van Anthar Kharana (vocals, percussie) en zorgt zo voor een beklijvend kippenvel opwekkend nummer dat de overige tracks van dit album overschaduwt. Indien Serpentyne niet meer zou weten van welk hout pijlen gemaakt kunnen ze zich ongetwijfeld herscholen tot een pagan / folk metal band. Ik kijk alvast uit wat het vervolg zal brengen voor Serpentyne.
Luc Ghyselen (85)
Hell Fairy Records HFR 001
Tracklist: 1. Away From The World 2. Angel Of The Night 3. Lady Serpentyne 4. Follow Me 5. Lady Macbeth 6. Bring On The Storm 7. Aphrodite 8. Salvation 9. Seven Signs 10. Boudicca 11. The Call Of The Banshee