Motocultor – 18/08/2019 – festivalterrein, St. Nolff, Frankrijk.
Na de kleine wolkbreuk gisterenavond werd door de organisatie pakken stro over de festivalweide gestrooid om ervoor te zorgen dat de festivalgangers toch een beetje konden stappen over de enorme moddermassa. Het hielp echt wel en het was ook nodig om de glijpartijen tot een minimum te beperken. Dat de deuren daardoor iets meer dan een half uur later opgingen dan gepland, werd er door de bezoekers met de glimlach bij genomen: het zonnetje was immers ook op de afspraak. Ook op dag vier mochten tweeëntwintig bands, verdeeld over de drie podia, hun opwachting maken.
The Lazys, een vijftal uit Australië, mochten de spits afbijten in de “Dave Musage”-tent. Hun aanstekelijke gebrachte mix van hard rock, hard rock ‘n’ roll en heavy metal doet wat denken aan die van hun befaamde landgenoten van AC/DC. Nee, op dat niveau zijn deze heren nog bijlange na niet, meer om écht wakker te worden is de set van The Lazys alvast heel goed. De heren stralen kracht en enthousiasme uit, en dat werkt aanstekelijk. Kortom, The Lazys wil ik best nog wel festivals zien openen.
Uit Malta komt Beheaded, een vijftal dat zich muzikaal laat gelden aan de hand van stevige en krachtige death metal die een gedreven set opleverde, maar die in mijn oren toch wat te stereotiep over kwam om echt te overtuigen. Maar let wel, dit is wel goed gebracht. Toch verliet ik vlug de “Supositor Stage” om een kijkje te nemen in de “Massey Ferguscene”-tent alwaar het Franse collectief Third Meridian actief was. Hun instrumentale mix van post rock en post metal is me toch te kalm, te rustig om me echt over de streep te trekken. Een paar versnellingen in tempo en kracht niet te na gesproken is dit niet “my cup of tea”. Wel moet ik toegeven dat het publiek dit wel lust en dat, ook dankzij de videoprojectie achter de drummer, dit voor een soort van innerlijke rust zorgt.
*foto’s: The Lazys / Beheaded / Third Meridian*
Get The Shot zorgt dan net voor het tegenovergestelde. Dit hardcore vijftal smijt zich volledig en gaat van start alsof dit hun laatste nummer is. De sound zit goed, er is een pak agressie en brutaliteit aanwezig en er straalt een immens krachtige energie uit van dit kwintet die al vanaf het eerste nummer voor een circle / mosh pit zorgt. En als de vocalist dan ook nog van het podium afkomt om het publiek extra op te hitsen, is het hek helemaal van de dam. Even later gaat de man al crowdsurfend verder. Het resultaat is dat de volgelopen “Dave Mustage”-tent al meteen een kolkende en springende massa is geworden. Mijn ding is het niet echt, maar Get The Shot zorgt toch voor een enorme opstoot van adrenaline.
Uit Polen komt Hate en dit gezelschap zette met een strakke en brutale set de “Supositor Stage” in lichterlaaie, maar toch koos ik voor de eigenzinnige mix van avant garde, post rock en metal van Vampillia, een gezelschap uit Japan. Rustige en uiterst kalme momenten worden hier afgewisseld met intense drukke, agressieve en krachtige momenten. Het gezelschap staat in een kring op het podium gepositioneerd zodat elke muzikant alle andere muzikanten kan gaan zien. Dankzij inbreng van keyboards en viool – vooral die laatste krijgt en prominente rol toebedeeld – krijg je hier ook een ietwat aparte sound te horen, maar wel een die werkt. De vocalist bespeelt goed het publiek en gaat na ene tijdje ook eens de staander van de tent gaan inklimmen. Het zorgt voor extra visueel spektakel zodat Vampillia toch wel een heel goede indruk nalaat.
*foto’s: Get The Shot / Hate / Vampillia*
Het Franse Pensées Nocturnes zorgt voor een eigenzinnige mix van avant garde en black metal. Ik zag het gezelschap een paar jaar terug ook al op HellFest en toen konden ze niet echt overtuigen. Dit is ook nu weer het geval en dus vond ik het een goed moment om de innerlijke mens wat te versterken.
The Vintage Caravan speelde daarna de “Massey Ferguscene”-tent volledig plat. Het trio zorgt, zoals telkens ik de band aan het werk heb gezien, voor een enorme boost van energie en kracht die ze enthousiast en gedreven over het publiek uit kappen. Hun mix van psychedelica en bluesrock doet, bij momenten, wat denken aan Jimi Hendrix, maar klinkt toch anders. Bass en drums zorgen voor een strakke, pulserende basis en het vingervlugge gitaarspel zorgt voor een schitterende groove en drive. De heren hielden me gemakkelijk vijfenveertig minuten in hun ban en een uitzinnige menigte in de tent deelde overduidelijk mijn mening zodat ik compleet vergat om ook eens mijn licht op te steken bij Midnight die op dat moment zijn ding deed op de “Supositor Stage”.
Dan naar Voivod die voor een mix van thrash metal en progressive metal zorgt, iets wat een stevige combinatie zou moeten kunnen opleveren. Toch vind ik dit te braaf en ook het publiek leek in de beginfase de kat wat uit de boom te kijken. Pas halfweg de show van Voivod kwam het publiek echt los, terwijl ikzelf wat op mijn honger bleef zitten, net alsof de heren niet echt veel zin hadden en de houdbaarheidsdatum van hun sound al een tijdje overschreden is. Of had ik hier iets te veel van verwacht?
*foto’s: Pensées Nocturnes / The Vintage Caravan / Voivod*
Zowel het Amerikaanse Incantation als het Italiaanse Ufomammut zorgden dan weer voor energieke en gedreven sets die me de set van Voivod vlug lieten vergeten. Incantation staat voor een stevige, zware en agressief gebrachte set death metal die de fans al vlug in extase brengt, terwijl de stoner metal van Ufomammut heel strak, gedreven en krachtig uit de speakers knalde. Hun energieke en op enthousiasme drijvende set kon me absoluut bekoren. En als je dan een bass gaat bespelen zoals met een slide klinkt dit echt wel enorm vet.
Naar het schijnt plaatst de organisatie elk jaar opnieuw een heel vreemde eend in de metalbijt op de affiche. Dit is in ieder geval dit jaar het geval met Henri Des & Ze Grands Gamins. Sorry, dit is Frans chauvinisme ten top. Deze artiest(en) brengen een soort van Franse chansons en kinderliedjes. Je ziet een heel pak metalheads uitbundig mee springen, dansen en zingen, maar aan mij is dit absoluut niet besteed. En dat dan nog vijftig minuten lang! OK, je ziet op dit festival wel een pak ouders met kleine kinderen, maar moet dit echt op het hoofdpodium?
*foto’s: Incantation / Ufomammut / Henri Des & Ze Grands Gamins*
Geef me dan maar de brutale set death metal van Aborted die gedreven en gepassioneerd werd afgeleverd op de “Supositor Stage”. Het vijftal stal vakkundig de harten van menig death metal fanaat met hun daverende set. En ook het Noorse Ihsahn is meer mijn ding. Dit viertal zorgt immers voor een technisch hoogstaande set waarin progressive metal met black metal wordt samengebracht tot een geheel. Dit levert uitbundige, stevige erupties van kracht op afgewisseld met momenten van rust, kalmte en schoonheid. Twee gitaren (acht snaren), drums en keyboards: meer is er daarvoor niet nodig.
Avatar is de volgende band op het hoofdpodium. Vooraan het publiek zie je tal van, meestal jongere, dames en meisjes postvatten: een doelgroep die massaal valt voor de sound van dit Zweedse vijftal. Dat de heren intussen weten hoe je een publiek perfect bespeelt, moet ik je al lang niet meer vertellen. Dit is ook nu weer het geval en de overvolle “Dave Mustage”-tent gaat dan ook volledig uit de bol met de aanstekelijke mix van power metal, melodic death metal en nu metal. Avatar opende zowaar met “Hail The Apocalypse” en grijpt zo meteen het publiek bij zijn nekvel om dat pas na zo’n vijfenvijftig minuten weer los te laten. Eigenlijk best wel indrukwekkend als je een publiek zo uit je hand kan laten eten.
*foto’s: Aborted / Ihsahn / Avatar*
De trash metal van Sacred Reich, op de iets afgelegen “Supositor Stage” liet ik compleet aan me voorbij gaan, wegens het feit dat Primordial zijn duivels ontbond in de “Massey Ferguscene”-tent. De sublieme mix van black metal en pagan zorgt voor een dreigende zware sound en met vocalist A.A. Nemtheanga hebben ze zowaar de perfecte frontman in de rangen. De man heeft een aangrijpende stem waardoor de teksten een schitterende dreiging meekrijgen. Voeg daaraan toe dat hij die teksten ook zo goed als perfect weet uit te beelden, terwijl de overige muzikanten voor een immens krachtig en duistere sound zorgen, en je begrijpt dat Primordial me telkens opnieuw bij de keel grijpt. Dit was ook nu weer het geval en ik begrijp echt niet waarom Primordial niet uit groeit tot een echte headliner daar alles daarvoor aanwezig is. Elke show opnieuw weet het gezelschap uit Ierland te overtuigen dankzij hun beklijvende en krachtige set. Dit is een, volgens mijn bescheiden mening, duidelijk ondergewaardeerde band.
Het Amerikaanse Hatebreed is enorm populair bij metalcore liefhebbers en dat zag je ook overduidelijke aan de volgelopen tent voor de “Dave Mustage”-scene. Mijn ding is het niet echt, maar als je ziet dat het vijftal vanaf de eerste noot het publiek volledig inpalmt dankzij hun krachtige, stevige en agressief klinkende set, dan kan je daar enkel bewondering voor hebben. Het gezelschap heeft zich ook tijdens elke show opnieuw volledig, en ook dat verdient ons respect.
*foto’s: Primordial / Hatebreed*
De vermoeidheid sloeg ondertussen toe en na wat innerlijk beraad, besloot ik dat ik de laatste bands maar ging laten voor wat het was. Napalm Death en afsluiter Bloodbath had ik eerder dit jaar al aan het werk gezien, en de synth wave van Carpenter Brut is niet echt “my cup of tea”.
Ik kan dan ook besluiten dat vier dagen toch wel wat lang is – en naar het schijnt wil Motocultor dit ook volgend jaar realiseren (maar is er een pak tegenkanting vanwege de burgemeester) – en als er dan ook nog een pak regen bij komt kijken, kruipt dit toch wel stevig in de kleren. Toch heb ik persoonlijk heel erg genoten van mijn kennismaking met Motocultor en kan ik dit festival echt wel aanraden aan metalliefhebbers die liever een iets kleiner festival bezoeken dan grote mastodonten als Graspop Metal Meeting, HellFest of Wacken Open Air. Werkpuntjes zijn er anders ook nog wel: de vrij lange rijen aan drank en eetstandjes en wat weinig variatie op gebied van aanbod van voedsel. Voor de fotografen is het spijtig dat de mainstage, “Dave Mustage”, toch wel veel te hoog was. En is het wel jammer dat men aankondigt dat je drie nummers de tijd krijgt om te fotograferen, terwijl men dat op het hoofdpodium terug schroeft naar één nummer.
Met dank aan Romain Richez.
Tekst en foto’s: Luc Ghyselen.