Raismes Fest, festivalterrein, Raismes, Frankrijk.
Na twee jaar afwezig te moeten zijn (de alom gekende corona pandemie) mag ook Raismes Fest dit jaar opnieuw de poorten tot hun kasteel openen. Wij, van MUSIKA, zijn er dan ook graag terug bij om van dit steeds uitmuntende festival te genieten. Dit zijn onze bevindingen:
De eerste noten die er geleverd mogen worden zijn afkomstig van het Franse trio X-Rated FDH. De band zou wel gekend zijn in de regio en muzikaal bestempeld als “moeilijk een genre op te plakken”. Visueel maken ze er wel wat werk van (prachtige metal skeleton microfoonstatief, hoed, masker,…) en lijkt wel fijn om te bekijken, helaas kan het muzikale aspect mij niet bekoren, naast de ondermaatse gitaarsolo’s zijn de vocalen niet zo toonvast als dit zou moeten wat het geheel niet ten goede komt. Als trio dient alles snor te zitten om een volle en strakke set neer te zetten, hier was dit niet het geval waardoor de rocking riffs wat magertjes overkwamen.
Niet getreurd want Red Beans And Pepper Sauce is de volgende band die mag aantreden. Na het eerste nummer werd al gauw duidelijk dat er hier vijf topmuzikanten op het podium staan die met passie hun instrumenten bespelen waarbij zangeres Jessyka Ravira als frontvrouw met haar heerlijke stem alles netjes af maakt. De toetsenist neemt hier een duidelijke rol in het verhaal, de klanken konden rechtstreeks van Jon Lord komen waardoor er soms wel een Deep Purple vibe naar boven komt. De keys maken ook plaats voor het gitaarwerk die dan ook zijn soleerwerk met passie weet te brengen om dan weer om te schakelen naar goeie oude rock riffs waarbij het drumwerk hier en daar toffe en onverwachte maatwissels er in verwerkt. Het laatste nummer werd wat freestylen tussen covers van Jimi Hendrix en Led Zeppelin.
*Foto’s: X-Rated FDH / Red Beans And Pepper Sauce*
Een naam die mij bekend in de oren klonk was die van Wolvespirit, in 2017 stonden ze ook op de affiche van Raismes Fest. Toen had zangeres Debbie Craft een aantal jonge snaken mee die een prachtige set neerplaatsten, dit jaar dacht ik enkel nog de toetsenist te herkennen (don’t shoot me if I’m wrong) en werd een tweede gitaar toegevoegd die een extra aanvulling gaf op de rauwe vocalen van Debbie. Alsook werd er een backing zangeres meegebracht waarvan de meerwaarde mij hier ontging daar er voornamelijk ‘gedanst’ werd en weinig gezongen. Het publiek werd meegesleurd door Debbie haar enthousiasme voor de song “Change The World” en gewoon omdat het kan werd de cover ‘You Spin Me Round’ aan de set toegevoegd. De hammond toetsen zorgden voor de authentieke sfeer die ons laat wegdromen naar de seventies als afwisseling met de klassieke (stoner) rock passages.
Met de progrockers van Lazuli werd het tempo wat naar beneden gehaald en de muzikale complexiteit aangescherpt. Daar Claude Leonetti door een verkeersongeval verlamd geraakte aan zijn linkerarm ontwierp hij een snaar instrument dat er uitziet als een chapman stick om alsnog verder te kunnen musiceren. De klanken die dit instrument voortbrengen variëren van gitaar tot synth, helaas liet zijn instrument het even afweten (probleem met microprocessor) waarbij de teleurstelling op zijn gezicht af te lezen viel. Los van dit technisch probleem werden onze oren verwend met fijn afgewerkte prog songs die ons doen denken aan Genesis en gelijken maar toch met enige identiteit. Zwevende partijen soms met een oosters kantje overgoten met de ontwapende zang van Dominique Leonetti (inderdaad, broer van). Een uitermate geslaagd optreden die afgesloten werd met de cover van Genesis ‘Invisible Touch’ gespeeld als slagwerk door iedereen samen aan een pad klinkend als een Xylofoon.
*Foto’s: Wolvespirit / Lazuli*
Het hardere rock werk werd ons rond de oren geslingerd door de oude rotten in het vak Little Ceasar genaamd. Na het aankondigen van het derde nummer moest zanger Ron Young vaststellen dat de band toch wat “anger issues” heeft want steeds gingen de nummers over iets waar ze kwaad op de wereld voor zijn. Er worden geen doekjes om gewonden rechttoe rechtaan strakke beukende riffs met een duidelijke boodschap. Op kwaliteit staat hier geen leeftijd, Little Ceasar, die naar mijn mening te weinig naambekendheid verworven heeft, weet nog steeds hoe ze een festival plat moeten spelen. Om maar een greep te doen over de nummers die de revue passeerden: ‘Peace Of The Action’, ‘Hard Times’, ‘Turn My World Around’. De energie druipt er vanaf, het is duidelijk dat er veel plezier beleeft wordt en dat ze dankbaar zijn dat ze dit nog mogen / kunnen doen, voor mij persoonlijk was dit één van de toppers vandaag.
Initieel stond Electric Mary als volgende op de affiche maar men liet via een videoboodschap weten dat ze wegens persoonlijke redenen niet aanwezig konden zijn. Als vervanger mocht het Franse Sortilège aantreden. De band gaf er de brui aan in 1986 en zag opnieuw het levenslicht in 2019. Alvorens ze konden starten had gitarist enkele technical issues met zijn wireless systeem maar na wat heen en weer vingergewijs werd dit alsnog snel opgelost. Eénmaal gestart viel meteen op dat het volume veel hoger stond dan de vorige bands wat voor mij eerder storend was. Muzikaal kregen we wel strakke heavy metal met een zeer krachtige vocale prestatie.
*Foto’s: Little Ceasar / Sortilège*
Qua spectakel en opzwepen van de aanwezigen mogen vandaag de heren van Sidilarsen de pluimen op hun hoed plaatsen, met hun mix van nu metal / industrial metal met dance invloeden weten ze mij verrassend genoeg te bekoren. Op het podium staan schermen die coole clips met hier en daar de teksten in verweven laten zien. Naast de beukende sound en riffs (Rammstein gewijs) schepte de verlichting een sfeer van duisternis waarin de kritische boodschap die ze meegeven extra in de verf gezet werd. Hier is duidelijk veel voorbereiding in gestoken en het resultaat mag er zeker en vast wezen. Met het eerste nummer werd al direct een wall of death voorgesteld en de toon was gezet. Het publiek was hier voor de eerste maal helemaal uit de bol gegaan en dit bleef zo tot het laatste nummer.
Headliner voor vandaag is The Darkness, voor de meesten enkel gekend door de monsterhit ‘I Believe In A Thing Called Love’ met de typerende high pitch vocalen. Frontman Jeremy Hawkins doet de naam frontman alle eer aan waardoor hij de spotlight van de band voornamelijk naar zich laat richten. Muzikaal zou ik het omschrijven als glam metal / heavy rock. De riffs swingen wel maar vaak zitten de high pitch vocals er net niet op en worden net iets te vaak gebruikt (al is dit nu net een beetje hun trademark) wat uiteindelijk niet nodig is. Er werd genoten van The Darkness maar mij liet het eerder koud achter. Op naar dag twee van Raismes Fest.
*Foto’s: Sidilarsen / The Darkness*
Met speciale dank aan Philippe Delory.
Tekst: David Vandewalle.
Foto’s: Bianca Lootens.