HellFest, Festivalterrein, Clisson, Frankrijk.
Zondag 26 juni zal de geschiedenis ingaan als de laatste dag van de vijftiende editie, een editie die anders was dan alle voorgaande omwille van uitstel door Covid en omwille van de monster-line-up door het uitbreiden van het aantal festivaldagen. De aftrap voor de laatste dag werd wederom al vroeg, 10h30, gegeven door het trio Molybaron, 20 Seconds Falling Man en High Command. Een trits nobele onbekenden, maar bij MUSIKA betekent onbekend niet onbemind. Vandaar … Molybaron mocht als eerste de mainstage op. Het Frans / Iers gezelschap bracht alternatieve rock, die vrij goed in de oren bleef plakken. Vernieuwend en toch vertrouwd in de oren klinkend: een ideale opener voor deze zondagmorgen. High Command opent op de ‘altar’. Dit klassiek klinkend Amerikaans crossover / thrash metal gezelschap doet het vrij statisch, zodat we we de energieke uitstraling die het (sub)genre vooral kenmerkt, missen. Beter vergaat het 20 Seconds Falling Man in de “valley”. Dit Franse ensemble speelt bijna een thuiswedstrijd wegens afkomstig uit de buurt van Nantes. Ze klinken energieker en meer gedreven dan bijvoorbeeld High Command zodat hun versie van post hardcore / post metal beter gesmaakt wordt.
*Foto’s: Molybaron / High Command / 20 Seconds Falling Man
Raar maar waar, maar voor de eerste maal stond er al vrij vroeg een band geprogrammeerd die het laatste jaar een zeer steile opgang kende: Spiritbox. De Amerikaanse groep rond zangeres Courtney La Plante, wint zieltjes aan de lopende band. Daar zit Courtney zeker voor iets tussen, maar de moderne metalcore sound van de band mist zeker zijn effect niet. Cortney kan zingen en grunten en in combinatie met prima songs gaat de naam van Spiritbox over steeds meer lippen. Dan was het enkel nog de vraag of ze live zouden bevestigen. Mits een kleine vertraging begon Spiritbox aan zijn half uurtje en mochten ze meteen het uitgebreide podium (speciaal gemaakt voor Metallica) inwijden. Dit leverde mooie plaatjes op en met een goeie sound erbij mochten we tevreden zijn, al had het misschien wel wat langer mogen duren. De fans dachten er net hetzelfde over. Smaakt dus naar veel meer. Een ferme brok energie en agressie krijgen we te horen bij Clowns waar de vocalist vanaf de eerste seconde het publiek in duikt om de gemoederen nog wat meer op te hitsen. We staan er met open mond naar te kijken en vragen ons af of we misschien toch nog in dromenland zijn. Maar nee, Clowns opent zo gedreven en krachtig en houdt dit vlotjes een halfuur vol. Wat een energieke en gedreven start in de “warzone”. Het Franse Sordide klinkt heel anders: trage ietwat slome, black metal die ons doet denken aan stukken doom met wat fellere oprispingen. Het klinkt zelfs wat eentonig en langdradig in de oren.
Foto’s: Spiritbox / Clowns / Sordide
“Nieuw”, voor mij althans, is het genre dat zich als djent laat omschrijven. Novelists blijkt hier toonaangevend te zijn en als Franse pioneers is dat opmerkelijk. Alhoewel de frontman telkens sprak van “tonight”, moest het nog middag worden, maar ‘t zal de macht der gewoonte zijn denk ik. Stoner rock fans die ook een pak psychedelica weten te verteren op dit vroege uur mogen aanschuiven bij het Amerikaanse The Atomic Bitchwax. Knap gebracht, maar toch iets te statisch naar onze smaak. Problemen met een versterker haalde de vibe dan ook nog extra uit hun set. Een ietwat gemiste kans vinden wij. Ook België mocht een vertegenwoordiging sturen naar HellFest. Het spreekt voor zich dat gezien de relatie van het festival met het grote Franse label Season Of Mist Carnation niet op het appel mocht ontbreken. En Carnation deed waar het goed in is: een moderne versie van old school death metal brengen met veel overgave en technische perfectie. Carnation was goed, is goed en zal ongetwijfeld nog beter worden. Het aantal aanwezigen had iets meer mogen zijn. Maar zij die er waren zullen al het goede vermoedelijk wel doorvertellen.
*Foto’s: Novelists / The Atomic Bitchwax / Carnation
Het lijkt een dag van vele verschillende stijlen te gaan worden. Bokassa kwam helemaal van uit Noorwegen om hun energieke mix van stoner / punk met diep uitgewerkte teksten te laten knallen. Lars Ulrich claimt dat dit zijn favoriete band is, en toegegeven, dat staat niet slecht op je palmares. En wat wij er dan van denken, krijgt dan automatisch een pak minder weerklank. Het Amerikaanse Year Of The Knife staat voor hardcore / metalcore met een death metal randje: een combinatie die we nog niet zoveel hebben tegen gekomen. Wij vinden het alvast niet echt denderend klinken terwijl de vrouwelijk brulboei van dienst haar uiterste best doet om ons van het tegendeel te overtuigen. Nytt Land kreeg in navolging van Skáld, Heilung en Wardruna ook zijn kans om het publiek in te pakken met een vorm van neo-folk. In het geval van Nytt Land is dit een sound die aanleunt bij Heilung, maar dan ook weer gevoelig verschilt. Nytt Land brengt ook bezwerende sjamanistische neo-folk zoals Heilung, maar de sound van de Siberiërs wijkt toch op sommige punten af van het Heilung-geluid. Best van ze zelf eens te checken. Ik zie Nytt Land nog wel terug komen naar HellFest, maar dan een paar trapjes hoger op de line-up.
*Foto’s: Bokassa / Year Of The Knife / Nytt Land
Alien Weaponry trad voor de tweede keer aan op HellFest met hun Maori-versie van thrash metal. Gesaboteerd door een bagageafhandeling die niet naar wens verliep en geholpen door een paar Belgen met de naam Carnation, kon de band optreden met geleend materiaal. Maar het maakte niet uit, want Alien Weaponry zijn doe-het-zelvers eerste klasse. Hun sound is hoogst origineel, met invloeden uit het Maori-gezang. Je kan het nog thrash metal noemen, maar het doet toch denken aan de uitstap die Sepultura indertijd maakte “Roots: thrash metal, but not as you know it”. De band kwam zoals zo vaak op middels de drummer die een Maori-lied afsteekt. Zingen is het niet, declameren veeleer. Wel mooi om naar te luisteren en intrigerend. De massa was meteen wakker. Met zijn drieën zingen ze in het Maori en dat is een welkome afwisseling tussen al het Frans en Engels van de voorbije dagen. De nummers zijn aanstekelijk als de pest. Zo aanstekelijk dat spontaan een moshpitje losbarst, dat niet meer ophoudt vooraleer de laatste noot is afgehaspeld. Het Finse Demilich staat als death metal geboekstaafd, maar brengt een set die bijna nauwer aanleunt bij het slepende, slome en trage van doom. Ook qua beleving blijft het gezelschap bijna vastgepind op het podium staan zodat wij toch wel stevig op onze honger blijven zitten. We hoorden eerder reeds Year Of The Knife op de “warzone” terwijl we nu Year Of No Light te verwerken kregen zodat we ons afvragen in welk jaar we nu eigenlijk precies zijn. Het Franse Year Of No Light zorgt voor een mix van post rock en post metal dat de heren zonder veel bewegingen te maken afleveren. Ja, je hebt het begrepen: ook dit gezelschap zorgt naar onze smaak voor een veel te statische set om ons echt over de streep te trekken. Muzikaal best wel in orde, maar een beetje extra beleving op het podium zorgt ervoor dat je de grijze massa overstijgt. Dit gebeurt dus niet.
*Foto’s: Alien Weaponry / Demilich / Year Of No Light
Op de mainstage(s) was het nog niet gedaan met thrashen. Die andere Spaanse thrash-sensatie dan Crisix, zijnde Angelus Apatrida, mocht de Spaanse vaandel overnemen. Angelus Apatrida is iets meer ervaren dan Crisix, en dat vertaalt zich in nummers die meer blijven hangen en in een set die af is. Angelus Apatrida is een trash metal band die de moeite waard is om te bekijken. Als je je afvraagt hoeveel rek er op het thrash-genre zit, dan heb je hier meteen het antwoord. Toch vrij veel dus. We stuurden onze kat naar de “warzone” voor de set van Judiciary (onze excuses, heren), want we wilden zeker nog een stuk meepikken van de allerlaatste – ja, je leest het goed, de allerlaatste” show van het Franse black metal / death metal gezelschap Svart Crown. De heren gingen van start met een heel beklijvende en nazinderende intro, om dan alle registers open te trekken op gebied van kracht en gedreven energie. Muzikaal kan het gezelschap ons niet echt van de sokken blazen, maar toch zal dit concert nog een tijdlang blijven na zinderen, ook al omdat we zodoende getuige waren van het allerlaatste concert van deze band. Spijtig, want Svart Crown was misschien niet de absolute top in het (sub)genre, maar zorgde keer op keer voor goede tot uitstekende concerten. We zullen de band toch wat missen.
*Foto’s: Angelus Apatrida / Svart Crown
Na thrash was het de beurt aan nu-metal / metalcore op het hoofdpodium middels vertolker Ill Nino. Deze Amerikaanse band is al een tijdje uit de picture verdwenen. Het laatste album dateert van 2014 en ze waren vooral hot begin jaren 2000, toen ze bij Roadrunner getekend waren. Het nieuwe album, ‘Illworks’, komt eraan één dezer dagen. Het was een blij weerzien met Ill Nino, want de band betekende iets vroeger en hun waarde is niet gesmolten als sneeuw voor de zon door de lange periode van afwezigheid. Hopelijk vinden ze een nieuw elan en horen we er terug vaker van. Wie liever een portie death metal lust zat goed in de “altar” waar het Amerikaanse Blood Incantation krachtig en stevig van leer trok. Toch misten we wat beleving om de set van dit gezelschap een extra ster toe te kennen. Sterk dus voor de absolute fans, goed voor hen die wel een streep death metal weten te waarderen, maar zeker niet voldoende om extra nieuwe zieltjes te winnen. Wie ons hart wel een stuk sneller liet kloppen was de gelegenheidsband van Regarde Les Hommes Tomber vs Hangman’s Chair die een bomvolle “valley” tent overrompelde met enerzijds furieuse black metal stukken die afgewisseld werden met anderzijds stevige stoner metal / doom stukken. Beide vocalisten nemen om beurt een stuk voor hun rekening en stonden beiden net op het randje van het podium hun stukken de tent in te sturen. Wij vinden dit ene echte meerwaarde hebben en liefhebbers van beide bands zullen hier ten volle genoten hebben en heel misschien zullen black metal adepten zo Hangman’s Chair ontdekken en zullen fan van stoner metal / doom hun oor te luisteren leggen bij Regarde Les Hommes Tomber. Beide Franse bands verdienen die stap hogerop zeker!
*Foto’s: Ill Nino / Blood Incantation / Regarde Les Hommes Tomber vs Hangman’s Chair
De Franse rock ‘n’ rollers Headcharger speelden op eigen bodem. De Fransen brachten een mix van metalcore en stoner rock met een flinke portie attitude. Veel gitaargeweld maar vooral een groot pak losgelaten energie krijgen we te zien en te verwerken. Spijtig voor de heren van Incendiary maar de “warzone” ligt echt wel uit ons parcours. Midnight om 15h00 in de Temple. Een portie blackened speed metal gaat er steeds in. De hooded evil ones van Midnight zijn uiterst goed in het schrijven van dit soort extreme metal. Alleen live komt het niet helemaal tot uiting. Het klinkt een beetje teveel als eenheidsworst, terwijl ik met de albums nooit dit gevoel heb. Geen idee wat we misten, maar het had beter gekund.
*Foto’s: Headcharger / Midnight
Het viel op dat het Franse Tagada Jones veel volk op de been gekregen had, want het plein stond afgelaten vol (groot in eigen land dus, maar een stuk minder bekend bij ons in Vlaanderen). Dit zorgde tevens voor een pak ambiance op de punk metal deuntjes die deze veteranen brachten. Ik kan me vergissen, maar de meegebrachte drummer leek ik ergens van te herkennen. Of was het nu zijn broer? Met Vltimas op de Altar-stage mochten we een oude bekende terug verwelkomen. Drie jaar gelden speelden ze al in de tent en toen was het reeds dik in orde. Uiteraard spreken we in het geval van Vltimas over een reeks geroutineerde muzikanten. Maar geroutineerd in combinatie met gepassioneerd is altijd een bonus. Dit geldt zeker in het geval van Vltimas. Het wordt wel stilaan tijd voor nieuw werk, want de teller staat nog steeds op één album uit 2019. Soit, in elk geval kon de show voldoende boeien. Kan ook niet anders, want met David Vincent, gekend van Morbid Angel, heb je toch een fenomeen in huis. Het Italiaanse Ufomammut heeft ook al een pak ervaring achter de kiezen: de band ontstond immers in 1999. Hu versie van doom kruiden ze met psychedelica en zelfs wat space rock invloeden dat gemakkelijk zijn weg vindt naar de talrijke fans. We blijven, zeker op gebied van beleving op het podium, wat op onze honger zitten wegens het feit dat het geheel nogal statisch en eenzijdig oogt.
*Foto’s: Tagada Jones / Vltimas / Ufomammut
De naam Ugly Kid Joe deed wat belletjes rinkelen van hun hits, die we een aantal decennia geleden leerden kennen. Dat de band intussen nog muziek maakte, was me ergens ontgaan, ook al omdat nieuwe grote successen uit blijven. Ook ‘Ace Of Spades’ werd gebracht, een mooi gebaar richting Lemmy. Alternatieve rock uit de Verenigde staten, het is niet vernieuwend maar best leuk op een afsluitende zondag. Spijtig voor Terror maar om de ondertussen gekende reden, haakten we ook nu weer af. Na Vltimas was Cult Of Fire de volgende black metal band die de menigte mocht inpakken. Ze pakten vooral uit. Het decor was alsof er een filmshoot zou plaatsvinden. Alles was tot in de puntjes versierd. Even waanden we ons in een kerk die het midden hield tussen orthodox en oud-Egyptisch. En dan kregen we de muzikanten te zien. Eigenlijk was er behalve het gewaad niet veel te zien. Hoe de bandleden eruit zien, daar hebben we het raden naar. De show houdt het midden tussen een black metal show en een orthodoxe eredienst (zonder orthodoxen dan). Na twee nummers is het nieuwe er wel eigenlijk een beetje af. Geen verrassingen meer, steeds weer hetzelfde beeld. Cult Of Fire kon me niet geheel overtuigen. Volgende keer anders en / of beter?
*Foto’s: Ugly Kid Joe / Cult Of Fire
Van Cult OF Fire naar Memoriam: een kleine stap, maar niet vooraleer we over Bullet For My Valentine en Thou een woord gezegd hebben. – Over Bullet For My Valentine kunnen we heel kort zijn: het was de eerste band op de mainstage in een hele rij bands die een pak restricties oplegden voor fotografen, zodat wij, van MUSIKA, er alvast niet bij waren! Wel zagen we dat een pak fotografen plots wel over een rood prior pasje beschikten in plaats van het groene non prior pasje. Het spreekt voor zich dat wij, van MUSIKA, ons hebben geconcentreerd op bands die we wel konden en mochten fotograferen! – Het Amerikaanse Thou staat voor een mix van sludge, doom en post metal wat betekent dat loodzware stukken werden afgewisseld met kalme, bijna slaapverwekkende, tragere passages. Het geheel kan ons niet echt overtuigen ondanks die contrasten. Memoriam is een soort vervolg op Bolt Thrower zonder er één te zijn. Alleen frontman, Karl Willetts, heeft een directe link met Bolt Thrower. Memoriam is schatplichtig aan Bolt Thrower, maar gelukkig ook niet teveel. Al vier albums, drie demo’s en een single lang doen ze een gooi naar eeuwige roem en proberen ze de nagedachtenis aan Bolt Thrower drummer Martin “Kiddie” Kearns in ere te houden. Daarbij make ze het ene goeie album na het andere. En live vertaalt zich dit in wervelende shows. Ook hun passage op HellFest kan op veel bijval rekenen. Geheel terecht overigens. Memoriam moet je eens gezien hebben.
*Foto’s: Memoriam / Thou
De reden dat we pasten voor Avatar lees je hier boven. Meteen ook de redend at we nu wel de “warzone” aandoen, al is dit muzikaal niet echt “my cup of tea”. Lionheart is zodoende de eerste band die van deze beslissing “gebruik” kan maken. Een intrigerende vocalist wist het publiek goed aan te sturen en een circlepit was slechts een kwestie van tijd. Hardcore lijkt in de “warzone” schering en inslag te zijn al is er veel variatie. Een compleet ander geluid krijgen we te horen van Archgoat, een death metal / black metal gezelschap uit Finland die er hier een enorm ferme lap op geeft. Misschien dat het gezelschap wat statisch oogt, maar dat maken ze goed door hun intens en dreigende sound die al vlug de volledig “temple” omhult. Wie in deze geluidszone verbleef werd prompt aangestoken door het duivelse gezelschap, anderen bleven op een passende afstand staan.
*Foto’s: Lionheart / Archgoat
Destruction trad na Archgoat aan in de dubbele Temple / Altar tent. Opnieuw een portie thrash metal, en opnieuw iets gans anders dan dat wat we tot den toe gezien hadden. Destruction is tegenwoordig rechttoe rechtaan Duitse thrashmetal, maar dan een zeer extreme variant. Het is duidelijk dat met de komst van Damir Eskic en Martin Furia er een nieuwe wind blaast. De band speelt zeer strak en laat geen noot teveel weerklinken. Dit maakt dat de nummers geweldig klinken. De stemmen zitten in de mix. Furia en Schmier zijn dan ook cracks op het gebied van geluidsweergave. Destruction slaagt er toch in zich een nieuw elan aan te meten. Wat een verschil met de heren van Eyehategod. Wij hadden de indruk dat frontman / vocalist Mike Williams er ofwel stoned ofwel redelijk beschonken bij liep. In ieder geval waren wij alvast niet onder de indruk van de vocale prestaties van dit doom / sludge metal gezelschap dat verder voor ene een heel zware sound opteerde. Wat problemen met de apparatuur zorgde er ook al niet voor dat we extra punten konden noteren voor Eyehategod.
*Foto’s: Destruction / Eyehategod
Wat betreft Bring Me The Horizon op de mainstage: zie hierboven. Met nagenoeg dertig jaar ervaring kwam het Amerikaanse hardcore gezelschap Ignite de boel op stelten zetten rond half negen. De intro, die reaggea deuntjes waren, zorgde voor wat zand in de ogen. Opvallend was de U2-hit ‘Sunday Bloody Sunday’, die ze eerst in de originele versie begonnen, maar later aangepast hadden naar een eigen versie in hun eigen hardcore stijl. Door die pop uitstapjes wordt Ignite ook door een pak mainstream rock liefhebbers gewaardeerd. Mgla had de moeilijke taak Destruction te doen vergeten, want zo gaat dat op HellFest. Je huppelt van het ene podium naar de andere tent, impressies opdoende, die bij wijze van spreken een uur later al weer vervangen worden door nieuwe. De ene show is al meer memorabel dan de andere. Mgla deed zeer hard zijn best. Achteraf gezien was de show een beetje ééntonig, maar de songs zijn dit geenszins. Mgla speelt misschien een divisie lager dan Gorgoroth, Mayhem, Darkthrone, etc. , maar ze kunnen nog iets leren van Bands als Necrophobic of Watain. Misschien willen ze wel helemaal niet evolueren richting black metal show en willen ze trouw blijven aan de black metal roots. Alleen Mgla weet het antwoord. De muziek die steekt goed ineen, wordt goed gebracht en daar moet je het mee doen. Voorlopig is het voldoende.
*Foto’s: Ignite / Mgla
Op de mainstage was het dan de beurt aan Black Label Society, maar ook nu waren de restricties op gebied van fotograferen nog van kracht! In de “valley” stond Pentagram op. Naast Candlemass en Trouble ligt Pentagram aan de basis van doom metal einde jaren zeventig / begin jaren tachtig. Zanger Bobby Liebling begint ook al de jaren te voelen, maar laat dit niet blijken. Pentagram treedt niet zo vaak meer op, dus zijn we bij MUSIKA al meer dan blij dat we Bobby Liebling mogen bespreken. Niets mis met ‘classic doom’, dus waren we zeer blij Bobby gezien te hebben. Al even legendarisch is Napalm Death. De band treed nog zeer vaak op en is bovendien uiterste productief. Maar vervelen dat zal Napalm Death nooit doen. Dat is zonder zanger Mark “Barney” Greenway gerekend. Barney is de beste reclame voor ADHD; vermoedelijk heeft hij er geen last van, maar afgaande op wat hij allemaal uitvreet op en podium zal een modale ADHD’er goed slapen als hij Barney moet volgen. Napalm Death is oerdegelijk en vooral altijd leuk om naar te kijken. Grindcore is niet mijn favoriete genre, maar bands als Napalm Death en Carcass leveren uitstekend werk om het voortbestaan van het genre te garanderen.
*Foto’s: Pentagram / Napalm Death
Om verschillende redenen lieten we de sets van Sabaton (restricties voor fotografen op het podim) en Comeback Kid (de “warzone” ligt niet direct in onze muzikale smaak en net iets te ver). Mercyful Fate dan maar, al lieten we ons ringeloren als het op foto’s aankomt wegens te ver achteraan in de rij. Spijtig, want vanop afstand zag de set er heel fotogeniek uit! Mercyful Fate’s sound en King Diamond’s gezang is totaal uniek. Mercyful Fate zijn de Deense voorvaderen van de extreme metal. Hoe ze er begin jaren tachtig in geslaagd zijn zo’n vooruitstrevend geluid neer te zetten is mij een raadsel. In elk geval hebben ze vandaag de dag meer dan hun plaats verdiend op het “altar”. Over het “altar” gesproken: het lijkt alsof het ganse “altar” podium een scene is uit een kleurrijke soap. Alleen de soapacteurs ontbreken nog, of misschien niet … gezien het verleden van de band. De ene na de andere klassieker schudden de heren uit hun instrumenten. Van de oorspronkelijke line-up is het enkel nog King Diamond zelf en gitarist Hank Shermann die de dienst uitmaken, maar uiteindelijk bederft dit geenszins de pret. De set was wat kort en miste een aantal klassiekers, maar het tijdschema van HellFest kent geen genade en dat is maar best, want anders vrees ik dat we nooit ons bed zouden gezien hebben. Hopelijk gaat Mercyful Fate nog op tour in het najaar zodat we ze wat uitgebreider aan het werk kunnen zien.
En dan was het tijd voor Metallica. Ja, we moeten er over uitweiden, ondanks het feit dat MUSIKA de band niet mocht fotograferen. Velen waren enkel voor Metallica gekomen. Sommigen hadden er uren in de zon vlak voor het hoofdpodium voor over om toch maar hun idolen levensgroot aan het werk te zien. Over de fans die veel te veel betalen om in de pit naar Metallica te kunnen kijken, ga ik me niet uitlaten. Iedereen moet doen wat hij graag doet. In elk geval Metallica is een geval apart en dat zag je meteen door de ongelooflijk grote menigte die zich verdrong voor het hoofdpodium tot bijna aan de “temple / altar” stage. De laatsten in de rij moesten zelf dulden dat de sound van Metallica met die van Carcass vermengd werkt. Van een onverwachte mash-up gesproken. Wij hebben nog steeds liever een pure Carcass. Vanaf 23h00 knalden de heren uit Liverpool erop los alsof ze de metal reputatie van de stad hoog te houden hadden. Gitarist Bill Steer en Zanger Jeff Walker zijn het natuurlijk gewoon van het gaspedaal in te drukken en een set op te leveren die af is. Carcass is trouwens een mooi bewijs van hoe extreme metal toch hand in hand kan gaan met knappe songs. Tegelijkertijd is dit nogmaals het bewijs dat een band die zijn oorspronkelijke genre ontstijgt, in dit geval grindcore, meestal uit gedegen muzikanten bestaat met een visie. Carcass mag nog vele keren terugkomen naar HellFest. Ook Orange Goblin moest opboksen tegen Metallica. Dit Britse gezelschap kreeg “de eer” om de “valley” af te sluiten. En jongens, wat een feestje is me dat geworden! Voor hoop en al vierhonderd aanwezigen speelde de heren van Orange Goblin een onvergetelijke set waar ambiance, sfeer, kracht en enthousiasme van uit ging. Net alsof de band voor een volle tent aan het spelen was. Dat frontman Ben Ward “zijn publiek” met een leuke kwinkslag bedankte voor de komst – “Hey, thanks for coming seeing us. There is another band playing on another stage” – drukte de pret alvast niet. Integendeel het was net alsof de heren van Orange Goblin nog een tandje bij staken en het publiek reageerde al even gedreven en energiek. Kortom, Orange Goblin sloot de “valley” op een bijzonder passende manier af. Klasse heren, ik doe mijn hoed af voor jullie prestatie!
*Foto’s: Carcass / Orange Goblin
De afsluiters op de “warzone”, Suicide Silence, komen uit de USA. Met hun deathcore konden ze me wel verrassen, gezien het optreden ingezet werd met ‘Bohemian Rhapsody’ als intro. Sfeer ten top natuurlijk en die kon de band vasthouden bij hun eigen nummers. Het vervangen van hun vorige zanger was een moeilijk punt, maar Eddie Hermida blijkt hiervoor prima geslaagd. Triptykon was de allerlaatste band die een noot mocht spelen. Ze starten een beetje te laat. Maar dat maakt ons niet uit, want Triptykon is een aparte band. Sinds 2008 gaat Tom G. Warrior onder de naam Triptykon de baan op. De naam betekent trouwens triptiek in het Grieks en verwijst naar het derde deel van zijn carrière. Delen één en twee waren respectievelijk Hellhammer en Celtic Frost. Van een carrière gesproken. Deze show kadert in een tournee waarbij de band een prelude breit aan het nummer ‘Winter’ uit het ‘Monotheïst’-album middels een Part 1 en en Part 2, waarbij ‘Winter’ dan Part 3 vormt. Deze show is eigenlijk ook en soort copie van de show die ze brachten op Roadburn in 2019, maar dan zonder orkest en opgesierd met extra nummers zoals het onsterfelijke, ‘Dethroned Emperor’. Ja, dat nummer met die rif die nooit meer uit je hoofd gaat. ‘Dethroned Emperor’ waren de laaste noten die we horen knallen uit de boxen van HellFest. Van een happy ending gesproken.
*Foto’s: Suicide Silence / Triptykon
HellFest 2022 was spannend, ontspannend en inspannend. Volgende graag terug een normale edition in plaats van de extended version. Maar verder heb ik geen wensen, want HellFest is, op een paar details na, wellicht het best georganiseerde festival in Europa.
Met speciale dank aan Roger Wessier en het complete HellFest team!
Tekst: Frederik Blieck, Andy Maelstaf, Luc Ghyselen.
Foto’s: Andy Maelstaf en Luc Ghyselen.