Belgian Metal Attack, Ragnarok, Bree.
Het was al een tijdje uitkijken naar het eerste “normale” festival en eindelijk leek alles in de plooi te vallen op 16 april. Alhoewel, de feestvreugde kreeg al meteen enkele uppercuts te verwerken. De eerder opgelopen stormschade kon niet op tijd hersteld worden en door veiligheidsredenen werd het event verplaatst naar Ragnarok in Bree, wat voor mij een kleine honderd kilometer verder ligt. Ook werd gemeld dat de headliner Ostrogoth, waar ik naar uitkeek, niet zou spelen wegens de verdomde beestjes die Mario nog steeds in hun tang hadden. Bij deze, alvast beterschap, maar het is en blijft een spijtige zaak dat we deze band moesten missen. Voor dit Paasweekend hadden ze ook de Kennedy tunnel even afgesloten, aanbevolen rondrijden via Brussel, dus extra kilometers en tijd verloren. Efin, na een twee en half uur rijden kwam ik toen als de eerste band Patriarch net begonnen was. Efin, veel negativiteit om te beginnen maar ik liet het niet aan mijn metal hart komen.
Patriarch stond vrij stevig op het podium te spelen voor een zaaltje, dat toch al redelijk gevuld was. Ik moest echt nog in de stemming geraken maar de sfeer zat goed. De variërende arrangementen waren tof, met de niet altijd even zuivere vocalen had ik soms wat moeite. Het snarenwerk, waar gitaar er zeven had en bass vijf, maakten veel goed.
Tijdens het halfuurtje van de changeover kwam ik Kate (Kate’s Acid) tegen en we geraakten aan de babbel. Het voelde goed dat het festivalgevoel van zolang geleden, toch beetje bij beetje terugkwam. Ook kwamen we een van haar fans tegen, die van München op doorreis via Parijs afgekomen was om haar en haar band te zien. Respect! Daarna was het podium voor Warhead. Meteen in de picture stond de sterke frontman Patrick Frediani die continu zijn publiek ophitste. De band speelde sterk en gitarist Didier Capelle leverde opvallend knap snarenwerk af. Nog even mijn diep respect uitdrukken voor de massale ultra snelle mokerslagen, die de drummer een uur wist vol te houden. Met beweging op het podium kregen we een energiek show, met een aantal nummers uit diverse albums.
Wie festival zegt, zegt bijna ook Vincent De Laat. Waar ik die man overal ben tegen gekomen, ik kan er bijna een boek over schrijven, maar alweer stond de bassist aan te schuiven om het podium te betreden. Deze keer met Lion’s Pride, samen met drummer Kjell De Raes, die ik van een vorig project nog kende. De band zou al ergens in 1983 gestart zijn, maar met enkele hiaten staan ze er van 2018 terug. Ik hoorde de beste band tot nu toe met een doordringende vocalist die de lijstjes van hardrock opzocht, maar ook tragere nummers bracht die met wat funky baslijnen doorspekt waren. Veel beweging op kleine podium, zeker met de energieke Vincent, maar ook voor gitarist Jochen De Gelissen. Veel fun op podium en geen slechte nummers, de charismatische vocalist bracht het op een dergelijke wijze dat ik de eerder tegenslagen nagenoeg vergeten was.
Een van de redenen van mijn verre trip was Kate’s Acid. Na een aantal technische problemen konden ze uiteindelijk een tiental minuutjes later beginnen. Ze openden met een spervuur aan gekende nummers als ‘Acid’ en dergelijke, waardoor de sfeer goed zat. Het meezingend publiek dreef de temperatuur de hoogte in en het werd een feestje. Katrien, nog goed bij stem, trok haar publiek mee. Op het podium zagen we veel beweging, wat enkele leuke samenstanden tussen muzikanten opleverde. Toen ook ‘Hooked On Metal’ losbarstte, ging het dak er bijna af. Gelukkig kwamen elk ook in de picture te staan, want muzikaal was het een sterke prestatie van een goed op elkaar ingespeelde band.
Ik had ook al Filip Lemmens gespot en wist dat er nog zo’n toffer verrassing zou volgen. White Heat was een band die ik niet eerder live gehoord had (sorry daarvoor), maar dat zou vanaf nu veranderen. En hoe! Wat een muzikaal talent stond daar vlotjes te spelen zeg. Mocht je zeggen dat AC/DC er stond, je zou het haast geloven. De energiek rondhuppelende vocalist had de touwtjes stevig in handen, dat kon niet meer mis gaan. Vol energie vuurde het vijftal hun melodieën met passende riffs het publiek in, dat intussen knap zat mee te shaken. Er zat zelfs een liefdeslied bij en volgens Filip wordt er op het einde gepoept. Niets van gemerkt, want iedereen was aan het dansen. Zalig hoe de band zijn publiek warm kreeg en de zaal op zijn kop zette.
Wegens het wegvallen van Ostrogoth headliner werd Killer prompt de headliner van de avond. Jammer genoeg was het publiek al afgenomen, wellicht door de extra afstand naar huis. Ergens te snappen, maar het trio stond toch knap te spelen, wetende dat de band al sedert 1980 de podia onveilig maakt. Ze hadden naar eigen zeggen een gastmuzikant mee, wat uiteindelijk het publiek bleek te zijn. ‘We Are The Monsters Of Rock’, het titelnummer uit hun zevende en voorlopig laatste album uit 2015, leverde een knappe interactie op. Frontman “Shorty” zei dat er opvolging in de pipeline zat, een achtste album. Daar kijken we naar uit.
Waar de dag in mineur begon, leek het allemaal positief uit te vallen. Ondanks de afstand enkele vrienden terug gezien, veel muzikale creatievelingen aan het werk gezien en veel ambiance. Uiteindelijk kon de nog lange rit huiswaarts aangevat worden, waardoor ondergetekende moe maar voldaan rond 2u30 onder de wol kon kruipen.
Met dank aan Gianni Riga.
Tekst en foto’s: Andy Maelstaf.