Durbuy Rock Festival, Bomal-sur-Ourthe.
Na het eerder “light” menu van dag één beloofde dag twee een heel serieuze hap te worden.
De aftrap werd gegeven door Tardigrad uit Namen. Dit vijftal brengt onversneden death metal, wat gezien het vroege uur nogal zwaar op de nuchtere maag lag. Vandaar dat sommigen wijselijk besloten die nuchtere maag te voorzien van een extra laagje via een passage aan de bar. De band stond voor een moeilijke taak, gezien het vroege uur en het feit dat ze buiten mochten spelen. Gelukkig stond het toch aardig vol op het plein. Om een sfeerbeeld te krijgen, verwijs ik u graag naar de facebook-pagina van de band. Uiteindelijk brachten ze het er vrij goed vanaf en werd hun brute sound op enthousiasme onthaald. Mission accompli.
Ondertussen was Bleedskin zich aan het klaarmaken in de zaal. Bleedskin brengt old skool death metal en bezit middels Anoushka Dbq een frontvrouw met allure en een stevige grunt. Voeg daar de gitaarkunsten van Céline en Rémy aan toe en vervolledig met het drumwerk van Julien en je hebt de ingrediënten voor een band die solide klinkt. De show was misschien wel een beetje aan de kortere kant, maar geef mij maar “thrillers” in plaats van “fillers”. Het ging vooruit en op het einde was het af. Dit smaakt naar meer. Dat ‘meer’ moet dan binnen een maandje op Female Metal League Festival zijn, waar ze de debatten openen. Hopelijk komen ze ook snel met een vervolg op debuutalbum ‘Blood Reign’ dat al van oktober 2020 dateert.
De volgende band, Dogmeat, (op het plein buiten) was mij niet bekend, ondanks het feit dat ze hun vijfentwintig jarig bestaan kwamen vieren met een show. Gezien ze te boeken vallen via Durbuy Rock zal het hen niet veel moeite gekost hebben om de organisatie te overtuigen van hun deelname. Tja, het is altijd gemakkelijker als je ergens de ‘ins’ en ‘outs’ kent, en daar is voor de duidelijkheid niets mis mee. Voor de band moet het ook gevoeld hebben als een thuismatch, want hun melodieuze death metal zorgde voor heel wat animo op het plein. Check gerust even hun facebook-pagina voor wat onderhoudende clips. Ik vermoed dat ze nog lang met vreugde zullen terugkijken op hun passage op DRF ’22.
Kon het na drie death metal bands nog extremer? Ja dus. Daar zou Brutal Sphincter wel voor zorgen met hun old skool goregrind. Hun devies is ‘Make goregrind great again’. En daar slagen ze zeker in. Het geheim achter dit succes ligt in het feit dat hun sound voorzien is van een laagje humor. Met veel goregrind bands heb je het gevoel na 10 minuten, dat je het gehad hebt. Met deze band denk je gewoon: ‘laat het volgende nummer maar komen’. Ik ben geen grote fan van dit soort metal, maar deze band stoort me helemaal niet. Au contraire. Proficiat! Wel gedaan mannen. De T-shirtjes en cd-tjes vonden achteraf moeiteloos heel wat nieuwe eigenaars. Niet verschieten als je binnenkort iemand ziet rondlopen met een T-shirt met een squirtende dame erop afgebeeld, het is maar Brutal Sphincter. Mag het even?
Alle wegen leiden naar Rome, maar de kortste was gemiddeld 50 meter langs de bar naar buiten rond 13h55. Rome, de band, mocht als vreemde eend in de bijt hun ding komen doen. De band heeft een sound die thuishoort in de dark neo folk. Ze toeren momenteel met Primordial en Swallow The Sun als package. Persoonlijk ben ik wel fan van dit soort ingetogen donkere sound, maar Rome is misschien iets minder mijn ding. Rome is Jérôme Reuter (heb u hem?) en Jérôme bracht sedert 2005 reeds een vijfentwintig tal releases uit. Niet mis. Dit soort muziek hoort zeker thuis op een festival, maar misschien in een aangepast kader. Als rustpuntje in een tent, los van al het ander brute geweld, denk ik dat dit soort bands een grotere aantrekkingskracht zou hebben. Nu moest de man / de band een kloof overbruggen met een publiek dat wild loopt van brutaal metal geweld en iets minder vertrouwd is met dit soort intiemere geluiden. Ik heb zelf de fout gemaakt de man niet echt een kans te geven. Vergeef me Jérôme. Ik zal het goed maken. Maar misschien kan DRF leren uit dit soort experimenten om het genre, dat zeer groot is, zijn rechtmatige plaats te geven op DRF. Uiteindelijk is alles een leerproces. En het moet gezegd dat Durbuy Rock Festival echt hun best doen om de bezoeker maximaal te verwennen.
Van Rome naar de Vlaanders dan, vertegenwoordigd middels Stake. Stake is het (logische) vervolg op Stake Number Eight. Brent, Jesse, Joris & Cis hebben ondertussen al zowat op elk festival ter wereld gestaan denk ik. Dat de band een succes is, is een understatement. Overal waar ze optreden, laten ze hun visitekaartje achter met hun unieke post sludge doom grunge-core sound (kwestie van het kind een naam te geven). Het belangrijkste is dat ze weten hoe ze een show moeten inkleden. Ook Durbuy viel voor de kunstjes van de band. We kijken al uit naar een volgende plaat.
Stake luidde eigenlijk ook het begin in van zeg maar een opeenvolging van kleppers. Want dat is ook Regarde Les Hommes Tomber. De sound is een mix van verschillende invloeden, maar het geheel is een zeer persoonlijk geluid. Ik heb een tijdje gekeken en het enige dat gevallen is, is mijn ‘frank’ (of moet ik euro zeggen?). Je mag dat letterlijk nemen, want ik ben achteraf onmiddellijk naar de merch gehold (zonder te vallen) om hun CD’s aan te schaffen. Zegt genoeg zeker? En of hun sound nu black, post, sludge of wat dan ook is, doet er eigenlijk weinig toe. Het is gewoon heel goed. En de show mag er ook wezen. Ook hier een oproep aan de band om A.S.A.P. een vervolg op ‘Ascension’ (uit 2020) op de wereld los te laten. Ik ben er klaar voor.
Vervolgens werd het stilaan tijd voor de “kippenvel momentjes”-bands. Eerste in de rij was Septicflesh, die aan hun eerste optreden in bijna 3 jaar toe waren. Ze waren het in elk geval nog niet verleerd en Seth Siro Anton begroet nog altijd het publiek met “my friends”. Bedankt Anton, het wordt geapprecieerd. Binnenkort ligt er een nieuw Septicflesh album in de winkel, ‘Modern Primitive’, hun eerste voor Nuclear Blast. Maar op Durbuy koos de band vooralsnog voor zekerheid en voor de klassiekers. Die werden dan ook meegebruld. Griekenland en extreme heavy metal … het is iets aparts, maar o zo interessant. Voor zij die Septicflesh niet of nauwelijks kennen, laat u AUB niet afschrikken door het feit dat het extreme metal is. De benadering van Septicflesh is er één van melodie, filmische soundscapes, intensiteit, symfonie en vooral meesterschap. Het is gewoon extreem goed. Nog een dikke maand tot de release van ‘Modern Primitive’ en nog vijf maand tot ze weer toeren in Europe. ‘t Is lang genoeg.
Van Griekenland naar Finland dan. Swallow The Sun, dat is ook altijd een blij weerzien. Swallow The Sun levert meesterwerk na meesterwerk af, en dat vertaalt zich live in beklijvende sets. Het zag er eventjes niet goed uit, toen hagelstenen uit de hemel vielen. Gelukkig was de timing perfect en kwam de zon weer even piepen toen Swallow The Sun hun melodic doom / death metal losliet over het buitenplein. Ik ga jullie besparen van alle drama rond de band, maar gewoon al luisteren naar de sound van Swallow The Sun bezorgd je een krop in de keel. Het accent lag uiteraard op het meest recente album, ‘Moonflowers’. Maar als ze dan eens, zoals op het einde teruggrijpen naar het verre verleden, dan pas bemerk je hoezeer de band geëvolueerd is. Het verhaal is volgens mij nog lang niet ten einde. Ik zie ze zeker nog een paar parels bijeen schrijven. De toeschouwers werden alvast op niets anders dan parels getrakteerd. Ik kreeg het er zowaar een beetje warmer van.
We mochten nog even verder genieten van Fins meesterschap, want Ensiferum was de volgende band. Ensiferum behoort tot de top in het epic folk metal genre. Ensiferum is ook zo’n band die eens je ze leert kennen, je ze zal blijven volgen. Ik moet het eerste middelmatige Ensiferum album nog steeds horen. Bovendien weet de band als geen ander hoe ze dit live moeten brengen. Ja, het was een bruisend feestje daar vooraan het podium. De band kreeg eindelijk de kans om de songs uit het in 2020 uitgebrachte ‘Thalassic’ live te brengen. Wel, ze gingen erin als verse pistolekes op zondag. Ik kreeg er niet genoeg van. Ik moest denken aan die ene wijze man, die jarenlang in de muziek business actief was en me ooit zei: “het is toch ongelooflijk hoeveel variatie je uit een stel gitaren en drums kan krijgen. Voeg er bij Ensiferum nog keyboards aan toe, en inderdaad, Sami en de zijnen brengen een sound die uniek is en aanstekelijk als de pest.
Ondertussen hadden de zwarte raven zich boven Bomal verzameld om de komst aan te kondigen van de Dark Lord hemzelve alias Alan Averill. Enfin, was het maar waar, het zou speciaal geweest zijn om Primordial zo het podium te zien betreden. Het was zonder raven te doen, maar met illustere zwarte verschijningen voor het podium. Primordial is nog zo’n band die je met niets of niemand kan / mag vergelijken. Ondertussen zijn ze al meer dan dertig jaar actief, en nog steeds levert dit albums op, waar je mond openvalt van verbazing hoe mooi en hoe inventief de muziek van Primordial is. Voeg daar live nog een extra dimensie aan toe. De nieuwe toer heet ‘Heathen Crusade To Doomsday’. Ik ben al lang bekeerd en ik keer niet meer terug. Seeing is believin’ in geval van Primordial.
En dan was het stilaan tijd voor het hoogtepunt van de avond, Dark Tranquillity. De band staat niet als laatste geprogrammeerd, maar dit geeft ongetwijfeld te maken met een evolutie die zich al een tijdje op gang trekt, waarbij de headliner er bewust voor kiest om niet als laatste aan te treden. Dit kan verschillende redenen hebben. Op een zondag trekken de festivalgangers vaak al iets vroeger huiswaarts. Soms wordt er een band met een apart geluid als laatste geprogrammeerd. Dus waarschijnlijk geen toeval dat Dark Tranquillity om 21h40 kwam opdraven, kwestie van het feestje naar zijn hoogtepunt te brengen. En ik vind het nog steeds speciaal dat een melodische death metal band het genre kan overstijgen en een massa kan enthousiast maken die het wellicht niet zag aankomen. OK, Mikael Stanne is niet de eerste de beste zanger. De man heeft podium uitstraling én een stem als een klok. Dark Tranquillity heeft nummers die het genre melodic death metal ruim overschrijden en aanzetten tot handjeklap, meebrullen of mee springen. Adembenemend zijn ze. Bands als deze zijn de headliners van morgen op festivals als Graspop, Hellfest of Wacken. Ze liggen aan de basis van genres, maar op een dag overstijgen ze hun genre. Dus als je slim bent, kom je naar Durbuy Rock Festival of vergelijkbare festivals, om bands te zien tijdens hun beste periode, tenzij je liever veel meer betaalt om veel minder te krijgen.
Uiteindelijk moet elk podium ook waardig afgesloten worden. Voor de Metal’Art Scene was de eer weggelegd voor Asphyx. Asphyx behoeft ook al niet zoveel uitleg niet meer. Asphyx is bovendien nog steeds een topband. Luister maar eens naar hun laatste album, ‘Necroceros’, uitgebracht in Januari 2021, in volle corona-pandemie. Ze toerden al in het najaar van 2021 en deden toen o.a. Alcatraz aan. Persoonlijk vond ik ze op Durbuy nog ietsje meer bevlogen. Het publiek was al een beetje uitgedund, maar zij die volhielden kregen een pletwals van een show te zien. De ene vette riff volgde de andere op. Heerlijk.
Als allerlaatste was het de beurt aan Skáld. Skáld is een Nordic neo folk band en voor Durbuy Rock Festival moet het een primeur geweest zijn om een dergelijke band als laatste te programmeren. Ik vermoed at DRF wist wat ze in huis haalden, want het is toch een risico om een band uit een niet metal-genre tot quasi-headliner te bombarderen. En het is niet omdat Wardruna of Heilung de kunst verstaan om een dergelijke opdracht feilloos uit te voeren, dat een band die twee albums rijk is, dit ook zo kunnen. Maar dit was buiten Skáld gerekend. Justine Galmiche en Pierrick Valence zijn niet de eerste de beste. Ze zeggen soms dat wat goed is, gauw komt, maar dit geldt zeker voor Skáld. Skáld is ook geen kopie van Wardruna of van Faun of van Omnia of van Heilung. Nee, het neo-folk landschap is zeer breed. En dan is het een kunst om in die breedte een eigen sound te creëren en ook nog eens uniek te zijn. De stem van Justine is er één die boten op kliffen kan doen varen en het vernuft van de band om composities te schrijven die op zich staan en toch passen binnen een geheel mag je indrukwekkend noemen. Ik geef grif toe dat ik ze in het begin in het verdomhoekje van de betere kopie had gestopt, maar is was grondig mis. Afgaande op het enthousiasme laat op de avond ben ik gelukkig niet de enige die ze geweldig vindt. Ze mochten zelfs nog eens opdraven voor een bisnummertje. Iets wat ze duidelijk niet ingecalculeerd hadden, maar toch professioneel afhandelden.
En dan was het tijd om naar huis, hotel of tent te keren. Na twee jaar corona en een halfslachtig concertseizoen in de tweede helft van 2021, doet het ongelooflijk deugd om je te laten onderdompelen in de wondere wereld van Durbuy Rock Festival. Wat was je weer goed DRF. Merci DRF, tot volgende keer.
Voor zij die graag de setlists kennen, verwijs ik graag naar www.setlist.fm. Persoonlijk lig ik daar minder wakker van, maar ik begrijp dat sommige lezers graag vernemen welke nummers er afgehaspeld werden. Bovendien vind je ook regelmatig foto’s en reacties op de social media sites van de verschillende bands.
Met dank aan Bernard Hemblenne.
Tekst: Frederik Blieck.
Foto’s: Luc Ghyselen.