Begat The Nephilim is een Amerikaans gezelschap dat een mix brengt van melodic death metal en metalcore waar de heren ook wat black metal in onder brengen. De band werd in 2012 in Dover, New Hampshire opgestart. Het duurde tot in 2018 vooraleer de band een eerste creatie aan de wereld presenteerde: ‘I: The Surreptitious Prophecy / Mother Of The Blasphemy’. Het spreekt voor zich dat ‘II: The Grand Procession’ het tweede full-album is van de heren. Het viertal – Brendan Seigel (bass), Josh Richardson (drums), Cam Dupere (gitaar) en Tyler Smith (vocals) – gaat er vanaf opener ‘Panegyric’ meteen heel fors, krachtig, energiek en gedreven tegenaan. De woede en de agressie spat zomaar uit de speakers en wordt enkel wat verzacht middels een heel melodieuze gitaarsolo: allemaal gegevens die eigenlijk in elk nummer opnieuw aan bod komen. Oké, de heren spelen wat met tempo en ritme zodat er soms wel eens wat gas terug genomen wordt, maar de hoofdbestanddelen blijven agressie, kracht en een heel energieke gedrevenheid. Na drie nummers echt wel heel furieus uit de hoek te komen, dus na ‘Paterfamilias’ krijgen we een heel melodieus en instrumentaal nummer te horen. Het is net alsof je tijdens ‘Threnody: Death Of Spring’ naar een andere band en een compleet ander album aan het luisteren bent. Maar vrees niet, het viertal neemt de draad van agressie, woede, kracht en energieke gedrevenheid daarna weer op tijdens ‘The Grand Procession’. Toch valt het ons op dat hier meer melodie in het nummer sluipt, dat de heren meer contrasten weten te leggen dan tijdens de eerste drie tracks op dit album. Het smaakt, bij ons althans, naar meer. En kijk, we worden op onze wenken bediend middels het heel knap opgebouwde ‘Ossuary’ waar het contrast tussen rust en kalmte enerzijds en krachtig en energiek anderzijds nog meer wordt uitgediept. Tussen de rustige start en het al even rustgevende einde van ‘Exanguinated’ zit een heel stevige en krachtige brok agressie en woede die toch voldoende melodie bevat om ons volledig te overtuigen. Met het korte instrumentale melodieuze ‘Dirge’, zie ook onze opmerking over ‘Threnody: Death Of Spring’, wanen we ons bij een ander album en een andere band. Die gedachte wordt dan meteen opnieuw weggespoeld middels het energieke en vol woede en agressie gebrachte ‘Paupers Grave’ waar de heren opnieuw alle registers open trekken. De heren spelen weer veel meer met tempo, ritme, melodie en graduaties van agressie tijdens ‘The Grand Procession Part II’, waarna ‘Leucomalachite Green’ krachtig opent aan een, voor dit album althans, rustiger tempo zonder evenwel aan agressie te verliezen. Ons besluit is dan ook dat deze ‘II: The Grand Procession” ons niet volledig overtuigd tijdens de drie eerste tracks, om ons dan, na het eerste instrumentale nummer, bijna van de sokken te blazen. Met andere woorden: dit tweede full-album van Begat The Nephilim is wel degelijk een aanrader in het (sub)genre. We durven stellen dat liefhebbers van bijvoorbeeld The Black Dahlia Murder hier wel eens een ferme kluif kunnen aan hebben.
Luc Ghyselen (85)
Noble Demon Records
Tracklist: 1. Panegyric 2. Pygmalionism 3. Paterfamilias 4. Threnody: Death Of Spring 5. The Grand Procession 6. Ossuary 7. Exanguinated 8. Dirge 9. Paupers Grave 10. The Grand Procession Part ll 11. Leucomalachite Green