Devoid is het geesteskind van de Franse gitaarvirtuoos Shad Mae. De band, die zich ergens tussen melodieuze metal en progressieve metal beweegt, zag in 2017 het levenslicht. Een vorige samenwerking met de Duitse vocalist Carsten ‘Lizard’ Schulz leverde het opmerkelijke debuutalbum ‘Cup Of Tears’ op. Wie deze vocalist niet kent, moet zich eens verdiepen in Book of Reflections, Roger Staffelbach’s Angel of Eden, Evidence One, Dead End Heroes, Frozen Rain, LaValle, Paradise Inc., The Carsten Lizard Schulz Syndicate en tal van andere projecten die hij reeds op zijn uitgebreid palmares staan heeft. Op zijn eigen webpagina www.carstenschulz.com kan je de indrukwekkende lijst van bands en projecten terugvinden waaraan deze getalenteerde vocalist sedert de beginjaren ‘90 aan bijgedragen heeft. De line-up wordt vervolledigd door gitariste Gwen Kerjan, toetsenist Jorris Guilbaud, bassist Geofreey Neau en drummer Benjamin Lesous. Hun specifieke combinatie van melodieuze en progressieve stijl was platenlabel Frontiers niet onopgemerkt gepasseerd, waardoor ze konden tekenen voor een multi-album deal. Afleidend uit hun vorig werk weten we dat we hier te maken hebben met een briljante muzikanten, waardoor we ons terug mogen voorbereiden op sterk gitaarwerk, dat hand in hand gaat met een ferme laag keyboard en een krachtige vocalist die zijn stempel doordrukt met zijn indrukwekkend bereik. De titeltrack opent meteen ook de schijf en is een weerspiegeling van diverse stijlen in een Devoid-jasje. Sprankelende toetsen laten zich opmerken in een stevige ritmesessie, dat met scheurende gitaren bijgestaan worden. De break in het nummer doorklieft het nummer op een interessante wijze en geeft een krachtige uit de hoek komende vocalist de kans om alles terug op gang te trekken. Let op Carsten’s bereik van hoog naar laag, scheurend waar kan en toch breekbaar met zijn eigen herkenbaar timbre. Qua intense nummers onthouden we nummers zoals ‘Man Without Fear’ en het speciale bombastisch uitlopende arrangement van ‘Impostor’. Dankzij een catchy refrein is ‘Destination Heaven’ niet alleen vrij toegankelijk, het is tevens een schoolvoorbeeld van technische snarenbeheersing. Liefhebbers die het wat ruwer willen, pakken ‘Hands Of Salvation’ best eens onder de loep. AOR en snedige progressieve metal worden dan weer naadloos gecombineerd in ‘Waiting For The Storm’ met een passage van een solerende sax. Die horen we trouwens in de afsluiter ‘Wood And Wind’ wat intenser aan het werk. Als een pak agressie in een muzikale vorm uitgespuwd wordt, is dat vaak de ziel van de muzikant die blootgelegd wordt. Met een gepast arrangement, melodieën en passie vertellen deze muzikanten hier opnieuw hun eigen verhaal en na een uur kon ondergetekende enkel vaststellen dat ik elf keer genoten heb van de muzikale creaties. Met progressieve stukken en diverse instrumenten zorgt dit internationaal gezelschap voor een eigen handtekening, met veel variatie in een mengeling van stijlen waardoor de band niet langer in één genre-vakje past. Een progressieve stijl, zoals in ‘Martial Hearts’ is meestal not my cup of tea, maar de vocale topprestatie, het fantastische snarenwerk, de break in het knappe arrangement en een erg uitnodigend refrein waren de saus waardoor alles erg aangenaam werd. Met de nodige duwtjes in de rug via Frontiers ligt deze melodieuze metalband hopelijk een erg mooie toekomst in het verschiet, want met deze opvolger maken ze een ferme sprong voorwaarts.
Rocking Klingon (86)
Frontiers Records FRCD 1161
Tracklist: 1. Lonely Eye Movement 2. Man Without Fear 3. Impostor 4. Destination Heaven 5. Waiting For The Storm 6. In The Absence Of Holiness 7. Mirror Maze 8. Hands Of Salvation 9. Stroboscope Life 10 Martial Hearts 11 Wood And Wind