Accept: Too Mean To Die

Accept hoeft na quasi twintig albums eigenlijk geen uitleg meer, maar voor diegenen die door de corona een blackout gekregen hebben, wil ik kort meegeven dat de roots van deze Duitse band tot in 1968 strekken, toen nog onder de vlag van ‘Band-X’. Na wat schommelingen in de line-up besloten deze pioniers van de heavy metal vanaf 1976 de naam Accept te dragen, waar we vandaag nog enkel gitarist Wolf Hoffman in de gelederen van terugvinden. Dit laatste originele lid wordt bijgestaan door zanger Mark Tornillo, drummer Christopher Williams en de gitaristen Uwe Lulis en Philip Shouse (voormalig nog toerend maar nu vast lid). Bassist en voormalig mede-songschrijver Peter Baltes verliet na het vorige album ‘The Rise of Chaos’ de band en werd door Martin Motnik vervangen. Diep depressief dreunend begint ‘Zombie Apacolypse’ maar na de verwelkomingsschreeuw van Mark vliegen de eerste riffs al door de kamer. Het headbangen kan beginnen, terwijl we in de lyrics horen hoe de wereld ten onder gaat aan de GSM-verslavende epidemie die blijkbaar iedereen ondergaat. Aan een scheurende 220 bpm komt ‘Too Mean To Die’ genadeloos binnen. Deze storm gaat pas na een viertal minuten liggen, als alle riffs uitgespeeld zijn. Ruw tot op het been, gekruid met vingervlug snarenwerk, het is een titelnummer waardig. Uit een ander, meer traditioneel heavy metal, vaatje tappen we ‘Overnight Sensation’ dat een stuk commerciëler overkomt. De backing vocalen bij het refrein zullen daar wel hun steentje bijdragen. Het knappe gitaarwerk zorgt voor een zwoeler sfeertje in het melodieuze oorwormpje ‘No Ones Master’ als het refrein begint. Daartussen zorgen voor ritmische riffs, solo’s en het intense uptempo drumwerk dat alles stevig in elkaar zit. Dit zijn de nummers die het verschil maken. ‘The Undertaker’ werd in oktober vorig jaar als single uitgebracht. Deze heeft intussen de kaap van ‘2.5 miljoen keer bekeken’ overschreden. Als jij die teller nog wat in de hoogte wil laten gaan, kan je alles zelf bekijken op deze link: https://www.youtube.com/watch?v=DQy6npwdwsY. Het kent een rustige start waar een ratelende bas ervoor zorgt dat het nummer opspint. Die backing vocals zorgen voor bombastische draagkracht, iets wat me toch over de streep trekt alhoewel het nummer soms vrij basic overkomt en ondanks die ruwe vocalen, wat van het duistere weten weg te houden. Na wat traditioneler headbangen in ‘Sucks To Be You’ spannen we de snaren wat extra aan bij ‘Symphony Of Pain’ met riffs en ultrasnelle drumsalvo’s die soms naar het agressieve durven gaan. ‘The Best Is Yet To Come’ zorgt met een rustige start en een cleane vocalist voor een rustpunt. Maar crescendo neemt bij het refrein de kracht en de ruwheid in de vocalen toe, waardoor we de term power ballad mogen gebruiken. Best verwonderlijk verschil in zang en stem in eenzelfde nummer door eenzelfde vocalist. Ondanks de nonchalante houding in de lyrics van ‘Not My Problem’ wordt veel vakwerk weerspiegelt in de vingervlugge gitaarspinsels die de gitaristen uit hun vingers toveren. Tijdens de afsluiter kan Marc al gaan rusten want het instrumentale ‘Samson And Delilah’ kan de oosterse sfeer ook zonder de vocalist een nummer lang behouden, waardoor een sterk album klassevol afgesloten wordt. Ondanks het feit dat enkel Wolf nog origineel bandlid is, blijft de geest in de Accept-muziek sterk aanwezig. De eerste noten van de opener deden me wel even de wenkbrauwen fronsen, maar achteraf gezien mocht ik niet meer in die val lopen. De heren deden iets gelijkaardig in 1983 met ‘Restless And Wild’ met dat frivole openingsdeuntje, toen ik de band opmerkte. Gelukkig zorgen de vele jaren vakmanschap voor elf gevarieerde nummers, kortom een niet te missen album dat met kop en schouder boven de massa uitkomt.

Rocking Klingon (88)

Nuclear Blast

Tracklist: 1. Zombie Apocalypse 2. Too Mean To Die 3. Overnight Sensation 4. No Ones Master 5. The Undertaker 6. Sucks To Be You 7. Symphony Of Pain 8. The Best Is Yet To Come 9. How Do We Sleep 10. Not My Problem 11. Samson And Delilah