Voor ik deze plaat van, het voor mij niet bekende, The Osedax beluisterde zocht ik wat dingen op over de band zelf. Dit drie koppig gezelschap uit Virginia bracht al eerder twee platen uit. Deze waren ‘Delayed Response’ in 2011 en ‘Titans Lament’ in 2015. Nu dus, in 2020, brengen ze ‘Meridians’ uit. Ze hebben hun bandnaam ontleend aan het Latijn, en deze wil zoveel zeggen als “botten verslinden”. Deze verwijzing komt dan weer van een diersoort die gevonden werd in de diepzee, de hele donkere en obscure wateren waar alles vergaat. Osedax zijn een soort wormen die zich voeden met karkassen van walvissen. Deze Osedax en de walvis waar ze zich mee voeden zijn beiden terug te vinden in hun logo. Met deze symboliek in het achterhoofd, was de sfeer vanaf het eerste akkoord van de intro ‘Offen’ meteen gezet, en er “Boenk” op. Het trio neemt je met hun doom / atmosferische metal mee naar de wateren waar de walvis sterft en verteert. De stem is op deze track niet overheersend, de melodie is hier nog heer en meester. Tot de tweede track, waar na een mooie en meeslepend intro er een dreigende toon wordt aangenomen om daarna de stem van de vocalist te laten horen in al zijn kracht. Deze man, goed begeleid door zijn twee mede bandleden, brengt het tweede nummer tot een verrassende break op de achtste minuut ongeveer. Tijdens de break wordt je niet echt los gelaten. De goed getimede percussie en de meeslepende baslijn begeleiden je moeiteloos naar het einde van deze track. Geen noot teveel, alles op zijn plaats. ‘White Horse / Tempest’ begint met een geluid dat me een “1000 mijlen onder zee”-vibe geeft. Alsof er ergens in de diepte iets is, in het donker. Een walvisgeluid. Net zoals de vorige tracks is er een trage opbouw, het spannend wachten tot er iets gebeurt, en allesbehalve saai. En het wachten wordt in deze track rond de vijfde minuut letterlijk keihard beloond. Alles barst los in een furie van bas, percussie, synthesizer en stem. De gedeelde vocalen van Mike Horn en Scott Coldwell gaan over van angstaanjagende “yells” naar puur dierlijk schreeuwen. En het werkt gewoon volledig. Het melancholische geluid en de strakke drums maken deze track echt af. Het geluid blijft boeiend tot op de laatste seconde, met een vette baslijn. De vierde track ‘Ratlines’ is traag, maar net toch weer anders dan de andere tracks. Wat meer zweverig dan de anderen, minder dreigend. In deze track heeft de bas een kleine maar toch prominente plaats. Deze houdt het zweverige als het ware samen. Deze plaat wordt gereleast in januari 2020. En ik zet hem heel zeker op mijn verlanglijstje, want na herhaaldelijk te beluisteren komen er nog altijd wat elementen naar boven waar ik vorige keren niets van merkte. De sfeerschepping is fenomenaal. Voor mij, een totale verrassing, maar een heel aangename. Niet meteen iets voor mensen die niet van lange intro’s houden, dat wel.
Nathalie Coppens (90)
Independent Release
Tracklist: 1. Offen 2. Beacon / Ox Eye 3. White Horse / Tempest 4. Ratlines