Als je voor het beluisteren van een album overal hoort dat dit hét album van 2019 is, dan wordt de lat wel erg hoog gelegd. Of me dat zal beïnvloeden is altijd de vraag, misschien onbewust. Gelukkig ga ik nooit over een nacht ijs en laat ik een album meerdere keren passeren, afgewisseld met nog andere bands ertussen door, nog voor ik mijn digitale pen ter hand neem. Het vergt van een band dan ook heel wat muzikaal vakmanschap om die hoog gestelde verlangens in te vullen. Het album begint in elk geval op een frisse uptempo manier, als de eerste noten van ‘Misguided Love’ weerklinken. Een ritmische gezongen melodie tegen 200 bpm met knap gitaarwerk dat zich lekker nestelt in je oren, de start hebben ze alvast niet gemist. ‘Be The Believer’ gaat iets trager, al is dat relatief. We vinden ook hier vlotte zang en ritme terug, dat met pittig gitaarsolo’s doorspekt wordt. Tijd voor een rustiger nummer. Om ‘Another Night’ een ballad te noemen is het nog wat te energiek en te snel, maar het brengt alvast eenzelfde melodieuze boodschap over. Knap nummer. De intro van ‘This Ain’t Love’, die me doet denken aan de TV-series uit de eighties, maakt al rap plaats voor een nieuw oorwormpje. Dubbele spotlight voor Lars Säfsund, want naast zijn vocale prestatie speelt hij zich nog eens in de kijker met zijn keyboardsolo. ‘Gotta Get Out’ begint met een verkwikkende intro die uitmondt naar een ritmisch arrangement, dat crescendo naar een melodieus refrein toewerkt. Ik blijf echter wat op mijn honger zitten, het is weliswaar een goed nummer maar mocht voor mij iets meer pit hebben. Een overvloedig aanwezig keyboard in ‘Come Home‘ doet aan Deep Purple denken. Het tromgeroffel geeft een trots gevoel van een fanfare. Opnieuw fris en midtempo werk bij ‘If I Could Fly’. Het refrein nodigt uit tot meezingen en de vocale lijn gaat mooi op en neer, zonder extreem uit te halen. Ook ‘Destined To Survive’ kent dat melodieuze uitnodigende element. Hier krijgen we nog een extra pittige gitaarsolo erbovenop. Na het groovy ‘Scars To Prove It’, dat met funky Hammond orgel doorspekt is, krijgen we het uptempo ‘What You Want From Me’. Weer zo’n knap nummer dat zonder veel franjes de klasse uitstraalt van deze heren. ‘Let Me Dream’ is de rustige afsluiter die nog eens de schoonheid in al zijn simpliciteit bewijst. Nummers hoeven niet altijd complex in elkaar te zitten om een zekere klasse uit te stralen. Intussen zijn we een drie kwartier verder maar kreeg ik niet dat verwachte oververzadigde gevoel. Is het misschien het ontbreken van zo’n topper? Ik heb het album nog enkele keren beluisterd en al zitten er erg goede nummers in, blijf ik toch wat op mijn honger zitten. Ik had het misschien iets ruwer verwacht, iets pittiger, … je hebt dat nu eenmaal met albums waar de lat echt heel hoog ligt. Maar een negatief gevoel hou ik er zeker niet aan over. Het album kent veel goede tracks, al springt er voor mij geen enkele bovenuit. Een heel goed en hoog gemiddelde, mocht ik vroeger elk schooljaar met een dergelijk resultaat kunnen afsluiten zou ik heel erg trots geweest zijn. Dat moeten deze heren zeker ook doen. Fans van het genre vinden met deze nieuwe release van Work Of Art zeker en vast een topschijf die in een goede collectie eigenlijk niet kan ontbreken.
Rocking Klingon (85)
Frontiers Records FRCD 995
Tracklist: 1. Misguided Love 2. Be The Believer 3. Another night 4. This Ain’t Love 5. Gotta Get Out 6. Come Home 7. If I Could Fly 8. Destined To Survive 9. Scars To Prove It 10. What You Want From Me 11. Let Me Dream