HellFest – 23/06/2019 – Festivalterrein, Clisson, Frankrijk.
Derde dag HellFest en vierde festival dag tout court. De fysieke schade laat zich bij sommige voelen en bovendien belooft het een zeer warme dag te worden. Misschien toch maar eventjes meegeven dat wie voor de muziek gaat op HellFest zich blootstelt aan één lange slijtageslag. Elke dag eindigt rond 2h00 en begint rond 10h30. Een gemiddelde nachtrust duurt dus zes à zeven uur in het beste geval, de zon hakt er ook onverbiddelijk in. Goed insmeren, regelmatig eten en drinken zijn geen overbodige luxe om geen familie te worden van Rob Zombie of Banana Metalik. De zondag heeft dan ook van alle dagen het meest schijn van de ‘Walking Dead’. Verder is de temperatuur er ook voor verantwoordelijk dat menige dames zich geroepen voelen zich te ontdoen van de nodige vestimentaire benodigdheden. Veel meer dan in ons zedig landje maalt men in Frankrijk niet om een ontblote borst of poep. We zijn dan ook in het land van Marianne. Ook opvallend meer aanwezig dan anders zijn de jongens én meisjes die net iets te diep in het glas hebben gekeken en met een meestal Frans accent spreken die onverstaanbaar is. Maar de opvallendste trend van 2019 was toch de massale aanwezigheid van mensen die de niet voorgeschreven zwarte dresscode volledig naast zich neerleggen en blijk geven van totaal geen interesse in metal. Ik vermoed dat het toegenomen pretpark-gehalte van HellFest daar voor iets tussen zit. Ik hoorde de burgemeester van Clisson zeggen dat de mensen om drie redenen naar Clisson komen: de Muscadet, het pittoreske centrum en het terrein van HellFest. Dus waarom zouden mensen niet graag eens komen kijken naar een “levend” terrein. Logisch toch. Benieuwd wat de toekomst zal brengen.
Die toekomst zal zeker Alien Weaponry brengen op een plaatsje hoger dan openingsact, want mainstage opener Alien Weaponry heeft duidelijk peper in de kont. De thrash kiwi’s brengen tussen en in de nummers geregeld haka-roepen en –danspassen. Ik ben niet bepaald een haka-fan, maar in combinatie met hun thrash metal heeft dit toch iets. Nee, Alien Weaponry heeft energie én potentieel om er iets zeer interessants van te maken. Het volk voor het podium vond dit ook.
* foto’s: Alien Weaponry / Embryonic Cells / Ddent *
Zondag was blijkbaar thrash-dag. Dus mocht het Oostenrijkse Insanity Alert overnemen op de mainstage. Insanity Alert is beïnvloed door Nuclear Assault, DRI en Suidical Tendencies. De Oostenrijkers blijken ook humor te hebben en richten zich tot het publiek met pancartes met daarop grappige slogans. Olie op het vuur van de moshpit als het ware. Na Insanity Alert was het de beurt aan Nova Twins. De twee frontdames oogden goed maar bekten helaas slecht. Geen idee wat dit moest voorstellen maar zangeres Amy is een schoon kind, maar haar raps hadden beter wraps geweest vermoed ik. ‘Bassline Bitch’ (ik refereer naar één van hun nummers) Georgia staat erbij en keek ernaar. Sorry, Nova Twins zijn letterlijk nog een beetje te groen. Ik heb niet achter hun oren kunnen / willen kijken, want de waarde zoeker in mij moest dringend goede muziek horen. Die vond ik gelukkig bij Gold. Gold is een stelletje Nederlanders. Vitrine van de band is zangeres Milena Eva. Ze ziet er niet alleen super uit, ze zingt ook nog eens geweldig en heeft de uitstraling van een pocket-diva. Esta arriva una diva? Si, si, si. Ook het publiek weet de performance van Gold te waarderen. Ik denk dat het zelfvertrouwen van de band na dit optreden een serieuze boost heeft gekregen. Gold is een diamantje. Ondertussen heeft MUSIKA al o.a. Psycroptic gemist. Spijtig want deze Tasmaanse technical death metal duivels zijn eigenlijk wel de moeite.
* foto’s: Hyrgal / Insanity Alert / Nova Twins / Gold *
In looppas nog even Municipal Waste en Bliss Of Flesh gaan beluisteren. Municipal Waste is thrash met hardcore invloeden en gekke teksten. Bliss Of Flesh is Franse death metal. Municipal Waste is super; Bliss Of Flesh is OK. Dan moest ik me haasten naar de Warzone waar Brutus al begonnen was. Brutus is Brutus en ondertussen sant in eigen land; maar in Frankrijk kijken ze vooralsnog verrast met open mond naar Stefanie’s slagwerk alsof ze net een mirakel hebben gezien. Brutus omschrijven is niet gemakkelijk en ik ga ook geen poging ondernemen. Ik laat de Warzone voor wat het is en begeef me naar de Valley om het Italiaanse Messa integraal te zien. Ik moet daarvoor wel het optreden van Revocation opofferen, maar dat is het me waard. Messa is adembenemend. De doom metal van dit Italiaans kwartet is van een uitzonderlijke kwaliteit. En de combinatie van Sara’s rode krullen en zang doen me helemaal bezwijken. Ik ben gedoemd! Nog een geluk dat ik niet in een (huwelijks)bootje zat, want deze sirene had me doen crashen.
* foto’s: Messa / Revocation *
Na mijn harde schijf terug gereboot te hebben, kon ik weer aan de slag om Employed To Serve bezig te zien. Employed To Serve is zoals ze zichzelf omschrijven nasty hardcore. Voor mij is het eerder een mix van hardcore met groove metal, maar dan zonder de riffs. Brulboei van dienst, Justine Jones, schreeuwt de boel bij mekaar alsof haar leven ervan af hangt. Helaas roept de plicht, want Death Angel brengt hun excellente nieuwe album naar HellFest. En ik heb nog nooit een slechte show van Death Angel gezien. Ook nu niet. Dan maar vlug nog even naar Cemican. Cemican valt in theorie te omschrijven als progressieve folk-metal. Alleen … Cemican komt uit Mexico en de folk van ginder achter is roots muziek met als basis de muziek van de Maya’s en Azteken. Dus geen doedelzakken, mandolines of hurdy gurdys, maar wel instrumenten waarvan de naam me onbekend is. De muziek van Cemican doet denken aan Sepultura, maar dan met grote fluiten. Euh ja. Blackberry Smoke heb ik nog even ondergaan, maar voor de stoner metal van Yob en death metal van Devourment heb ik mijn kat gestuurd. Het beestje was overigens snel terug vanwege de warmte.
* foto’s Death Angel / Devourment / Yob *
De zon stond in het zenith en deed genadeloos zijn werk in de weide. Meer en meer kropen de bezoekers de tenten in om te ontsnappen aan de hitte. Verder heb ik de volgende bands overgeslagen: Lucifer’s Child, Trivium, Morning Again, Clutch, Vomitory, Arabrot, Wiegedood en Cancer Bats.
* foto’s Lucifer’s Child / Vomitory / Wiegedood *
Rond 17h00 begon er weer leven in dit oude lijf te sluipen en was het tijd voor Testament. Testament was OK, maar niet meer dan dat. Spijtig want de band is toch een monument. Wellicht had ik en / of Testament last van de warmte. We gaan het maar daar op steken. Ik weet niet of Stone Temple Pilots last hadden van de warmte, maar hun zanger zong in elk geval alsof hij net door een zonneslag getroffen was. Zelden iemand zo slecht horen zingen en abominale versies gehoord van … (ik weet het niet meer; ik heb het gebannen uit mijn bewustzijn). Ik denk dat Scott Weiland zich niet allen draait in zijn graf, maar waarschijnlijk ook om oordoppen van de beste kwaliteit heeft verzocht. Echt ik snap niet hoe die mens op een podium is kunnen geraken. Verschrikkelijk. Arme Scott. Dood zijn en nog getergd worden. Dan maar Immolation op weg naar Acid King even aan een luisterbeurt onderwerpen. En ja, Immolation klinkt zoals Immolation zou moeten klinken: death metal van de zwaarste soort. Wel lekker. Maar wegens reeds vele keren gezien, opteren we om voor de eerste keer Acid King te gaan bekijken. En dat valt we wat tegen. De platen zijn meer dan OK. Live valt het wat mager uit, of beter gezegd wat saaier uit. De show is te monotoon en te statisch.
* foto’s: Immolation *
We besluiten de tent te verlaten en rustig richting mainstage te gaan voor Anthrax. Anthrax hebben we wellicht al tien keer gezien en al die keren heb ik de show volledig uitgekeken. Gewoon omdat Anthrax een supercoole band is die een positieve boodschap brengt en de mensen met een goed gevoel probeert huiswaarts te doen keren. Belladonna is al een tijdje terug, en daar ben ik ondanks de geweldige verdiensten van vorige zanger, John Busch, nog steeds zeer blij voor. Joe is een machtige kerel met een uitstraling van hier tot in Tokio. De manier waarop hij het publiek bespeelt is uniek en zijn stem die staat nog altijd als een huis. ‘Indians’, ‘Caught In A Mosh’, ‘I Am The Law’, ‘Antisocial’, ‘Got The Time’, … ze passeren allemaal de revue en worden mee gescandeerd. Mega. Skáld, de nieuwe Franse roots sensatie heb ik gemist. Ik hoor dat het minder goed was dan verwacht. Over smaken valt te discuteren. Dat mag met respect voor ieders mening en voorkeur. Persoonlijk ben ik fan van Noorse folk zoals gebracht door Wardruna, Myrkur, Skuggsjá, Kati Ran, etc. Met Skáld, die uiteindelijke Franse muzikanten zijn, heb ik het moeilijker op het gebied van authenticiteit. Nasty, de Belgische hardcore band bij uitstek, moesten we ook aan ons laten voorbijgaan. Op het groot podium was ondertussen een andere legendarische band aan zijn show begonnen: Lynyrd Skynyrd. Ook in dit geval gaat het om een afscheidstournee. Skynyrd staat misschien wel al het langst op een podium van alle bands op HellFest en gezien de hoge leeftijd van de heren is het niet meer dan logisch om er nu een punt achter te zetten. Dus hadden de aanwezigen het geluk om nog één keer de legende in actie te zien en klassiekers als ‘Freebird’ en ‘Sweet Home Alabama’ in een live versie te mogen aanhoren. Zelf ben ik geen Skynyrd fan of Southern rock fan. Daarom richtte ik mijn aandacht op nieuwe supergroep Vltimas. Vltimas hebben waarschijnlijk niet aan The Voice meegedaan maar aan The Noise, want zelden heb ik een band luider horen spelen. Het bleef wel beluisterbaar, wat al een prestatie op zich is, aangezien boven de 100 dB vaak alle finesse uit de muziek gaat. Bovendien heeft Vltimas een eigen geluid. Terzelfdertijd speelde Phlip Anselmo met zijn The Illegals in the Valley. Naar het schijnt stond de tent op ontploffen. Des te beter voor Philip, want sedert het ter ziele gaan van Down volg ik hem niet meer van nabij. Het werd weer stilaan tijd voor de dilemma’s.
* foto’s: Skáld / Vltimas *
Eerste dilemma: Lamb Of God, Emperor of Beartooth. And the winner was … Emperor. Emperor is altijd een beetje het buitenbeentje van de black metal geweest. Tegenwoordig treedt de band aan zonder corpse paint, maar dat neemt niets weg van de intensiteit van de songs. Emperor kan alleen nog maar aan naamsbekendheid winnen. Ik vermoed dat hun geslaagde passage uit 2017 aan de basis ligt van hun wederoptreden op HellFest. Ook nu ontgoochelden ze absoluut niet: tien nummers lang mochten we vingers en duimen aflikken. Beartooth hebben we volledig moeten missen, maar van Lamb Of God mocht ik toch nog de laatste nummers zien. Wat ik zag, beviel me wel. Ik vermoed dat we nog veel gaan horen van Lamb Of God en dat ze het potentieel hebben om het vrijgekomen plaatsje van Slayer in te vullen. Na Lamb Of God begon Slash en Myles Kennedy aan hun set. Dit viel me danig tegen zodat ik me ogenblikkelijk richting Altar-stage begaf. Ik ben nochtans een fan van Myles Kennedy, maar de songs van Slash werden te slap gebracht. Slapte is iets waar Cannibal Corpse totaal geen last van heeft. De songs van Cannibal Corpse staan stijf van een teveel aan testosteron. Dankzij het uitstekende soundsystem van HellFest kwam Cannibal Corpse volledig tot zijn recht, nochtans begonnen de mannen naar hun norm rustig met wat tragere nummers. Ik nam ook de moeite om Young Gods nog eens te checken na dertig jaar. En ja, de songs van Young Gods hakken er nog steeds in. Het gelijknamige album, ‘L’Eau Rouge’, ‘TV Sky’ en ‘Only Heaven’ zijn onsterfelijke albums en Young Gods weten dit anno 2019 op de juiste manier te kennen. Het moge duidelijk zijn dat ze hun inspiratie haalden bij enerzijds Coroner en Celtic Frost en anderzijds Swans en Front 242 en dit op hun geheel eigen wijze smeedden tot één uniek geheel. Sisters Of Mercy mogen eens op consultatie gaan. De tent was spijtig genoeg maar half gevuld. Young Gods is dan ook altijd al een buitenbeentje geweest.
* foto’s: Emperor / Cannibal Corpse / Young Gods *
Het kan natuurlijk ook zijn dat iedereen zich opmaakte voor het concert van de dag: het officiële afscheid van thrash legende Slayer. Ik weet niet of er veel volk aanwezig was voor de shows van Refused en Carpathian Forest die terzelfdertijd optraden, maar ik vrees ervoor. Slayer kon gewoon niets verkeerd doen, al vond ik hun songkeuze eerder verrassend avontuurlijk voor een afscheid. Ik had wat meer nummers uit de eerste tien jaar verwacht, maar deze kwamen pas op het einde van de set aan bod. De eerste dertien nummers waren voornamelijk afkomstig van albums uit de jaren negentig en de nillies. Maar vanaf ‘Seasons In The Abyss’ volgde de ene klassieker na de andere: ‘Hell Awaits’, ‘South Of Heaven’, ‘Raining Blood’, ‘Black Magic’, ‘Dead Skin Mask’ en ‘Angel Of Death’ en dan was het onverbiddelijk gedaan voor altijd. Een spetterende show om het pensioen in te luiden … niet mis. Vanaf nu zal het “Slayer was …” zijn. Dit wordt wennen. Deicide opereerde ook gedeeltelijk in de schaduw van Slayer. Ik koos ervoor het einde van de set mee te pikken. Deicide leverde zopas nog een goed album af en live zit ook alles snor. Deicide klinkt ongemeen luid en agressief anno 2019.
* foto’s: Carpathian Forest / Deicide *
Toen was het tijd om afscheid te nemen van HellFest 2019. Nog enkele nummers van Tool werden meegenomen, maar niets memorabel. De show leek me ook maar gewoontjes. Ik kan mis zijn. In elk geval achtte ik de tijd rijp om bedwaarts te keren. Tormentor, Enter Shikari en The Obsessed zal voor een andere keer zijn.
Het was een geslaagde editie, met hoog oplopende emoties en een pak bands die we gaan moeten missen. De eerste generatie metal bands is stilaan met pensioen. Ook de tweede generatie begint zich terug te trekken. Het is mooi dat we dit hebben mogen beleven, want metal is vandaag populairder dan ooit, wat wellicht het uitrekken van sommige carrières tot gevolg heeft gehad, maar eens de grondleggers weg zijn, wordt het toch totaal anders. En het hoofdstuk is bijna uit: de platenwinkels zijn bijna uitgestorven, metal festivals zijn verre van uitzonderlijk en de oude goden zijn weg zonder dat er gelijkwaardige in de plaats zijn gekomen. HellFest is geen festival meer, maar een belevenis park. Het zou me niet verbazen dat ze ons de komende jaren van de ene in de andere verrassing gaan storten. Ik vraag me anderzijds af of het niet mogelijk is of voldoende is om de essentie van een muziekfestival te behouden zonder de randanimatie; namelijk de belevenis van muziek aangevuld met faciliteiten om de honger en dorst te stillen. Heb ik nood aan een reuzerad, een massagesalon, een market, een rock museum, etc. ? Ik niet, maar misschien mijn jeugdige metal vriend van twintig à veertig jaar wel.
Met dank aan Roger Wessier.
Tekst: Frederik Blieck.
Foto’s: Luc Ghyselen.