Metalworks Fest – 30/03/2019 – Sint Pieterszaal, Kuurne.
Ook dit jaar heeft “The Evilcat” een nieuwe editie van Metalworks Fest voor ons klaargestoomd en wist men opnieuw uit te pakken met een uitgebreide affiche met een portie van zowel metal in zijn extremen als een goede hap onversneden heavy metal waardoor heel wat wat liefhebbers de weg naar Kuurne vonden om te genieten van dit fijne mengsel van muziek.
Metalworks ging dit jaar van start met Lethal Injury, een thrash metalband uit Oostende die actief is sinds 2015, ik heb hen destijds weten starten en moet toegeven dat de band een positief groeiproces achter de rug heeft. Hun debuutalbum ‘Melancholia’ werd door pers en fans goed onthaald. De jaren tachtig thrash metal stijl heeft nu ook wat ruimte vrijgemaakt voor een vleugje death en black. Een zeer gevarieerde plaat die men hier strak en vol overtuiging live weet neer te zetten. Je merkt dat de heren op het podium gedeelte al heer en meester zijn geworden, de passie en speelvreugde zijn dan ook overduidelijk zichtbaar. Helaas net niet op tijd aanwezig geweest om de eerste nummers te aanschouwen maar nadien knalde men genadeloos ‘Mothman’, ‘The Downward Spiral’, ‘Suicide To Call’, … door je strot om dan waardig af te sluiten met ‘Veiled Woman Of The Black’ waarin de band laat zien dat men een scheut black metal niet schuwt. En ook de Pantera cover, ‘Fucking Hostile’, ging er in als zoete koek. Zanger Rambo dweepte het podium af badend in zweet en maalde het publiek meermaals aan om een feestje te bouwen, geen evidentie als opener op een vroeg uur maar velen leken er toch van te genieten. Wie er toen nog niet bij was heeft wat gemist. Wie houdt van bands als Exodus, Death, Kreator, Aura Noir, Nocturnal Breed en de oude In Flames moet deze band eens checken en hun album aanschaffen, het zal u niet spijten daar we hier een band hebben die met recht en reden tot de top mag behoren van de metalbands hier in ons kleine belgenlandje. Met die line-up en professionele houding mogen we nog heel wat goeds verwachten van deze vrij jonge vijf-koppige metalheads van het zeetje.
Met Anwynn gaan we iets meer de symfonische kant op waarbij de keyboards, verzorgd door Astrid Kaiserman, een grote rol spelen en de vrouwelijke vocalen van Eline Van De putte afgewisseld worden met de diepe grunts van Vincent Carton (MCBouc), de epische melodieën ontpoppen zich vaak in krachtige riffs. Een verrassende cover kregen we in de vorm van Machine Head’s ‘Now I Lay Thee Down’. In de volledige lijn een sterke muzikale prestatie met ingestudeerde moves die het geheel visueel aantrekkelijker maakte maar het dient eerlijkheidshalve ook opgemerkt te worden dat de vrouwelijke vocalen niet steeds toonvast waren …
Toen was het tijd voor een stevige slag tegen je hoofd: een Mokerslag. Zij serveerden ons een loeiharde sound of kortweg gezegd deathcore zoals we die wel kennen bij een band als Hatebreed en aanverwanten. Deathcore is niet echt mijn meug maar het gaat hier om een band met jaren ervaring en vier albums achter de kiezen, de ervaring is ook op te merken aan hun podium présence. Hun twee laatste albums zijn eerder brutal death metal te noemen en drijft de “core” ook verder weg in hun sound. De nodige breakdowns blijven nefast en de zanger probeert een pit te creëren, het blijkt echter een moeilijke opdracht om een metalpubliek warm te maken en te houden voor een kruisbestuiving zoals deathcore. De sound beukt waarachtig en hier en daar werd de band wel gesmaakt, ik zelf zal er echter nooit een fan van worden. Maar hoe dan ook: ze blijven een vaste waarde in hun scene. Ik moet ook eerlijk toegeven dat er in bepaalde midtempo riffs een Obituary vibe doorsijpelde waardoor ik toch wat ging knikkebollen. Een brutale en loeizware hap om te slikken maar met de nodige verve gebracht.
De volgende band was er eentje van onze noorderburen. Distillator schuimde al meerdere zalen af in België en buurlanden wat niet meer dan terecht is. De band, bestaande uit drie leden, wist de zaal te vullen met klassieke thrash metal, denk aan “Slayer meets Destruction’ om maar wat te noemen. Ik zag ze destijds bij de release van hun eerste album en de bezieling, ervaring en potentie viel mij toen al op. Ondertussen zijn we al een album en een split album verder en men is er duidelijk nog op vooruit gegaan. De sound zat ook hier goed, scherpe gitaarriffs, uptempo drumwerk en een zanger die me wel meermaals deed denken aan een jonge Schmier. Opvallend was ook hoe het niet storend en leeg was om slechts met drie op het podium te vertoeven. De bassist wist dan ook goed de muziek te dragen in combinatie met de dreigende gitaarriffs van de heer Desecrator. Veel moeite had men niet nodig om de zaal in vuur en vlam te zetten met hun agressieve doch hier en daar melodische thrash metal die spontaan velen aan het headbangen zette. Het drietal bracht ons ook even terug naar de jaren tachtig in al zijn aspecten: spikes, kogelriemen en spandex … Met dit knalgeluid en de energie van de mannen op het podium was dit gewoon af.
De volgende band hun groei blijkt geen grenzen te kennen, Carnation zet sinds 2013 de old school death metal terug op de kaart, niet alleen ons belgenland moet eraan geloven maar wereldwijd maakt de band furore spelen ze zo goed als alles plat. Een pletwals lijkt hier dan ook wel een gepaste omschrijving want de loeiharde riffs en diepe vocalen snijden door merg en been!
Op naar de gevestigde waarde Ostrogoth, onversneden heavy metal die ons terugbrengt naar de 80’s. Er werd van wal gestoken met klassieker ‘Rock Fever’ die meteen de toon zet voor het ganse optreden, desondanks de kortgeleden plaats gevonden bezettingswissels lijkt de band elkaar toch goed aan te voelen en hebben ze het wel naar hun zin, al moet ik eerlijk toegeven dat dit een goede show was maar voor mij niet de beste keer dat ik de heren aan het werk zag. Er werd afgesloten met ‘Too Hot’, ‘Paris By Night’ en de niet te ontbreken klassieker ‘Full Moon’s Eyes’.
Met dank aan JP Vercruysse.
Tekst: Danny Copperwire en David Vandewalle.
Foto’s: Bianca Lootens.